NJB 2015/692
Nederlanderschap. Dubbele nationaliteit. Indien men gedurende een termijn van tien jaar ononderbroken hoofdverblijf buiten Nederland heeft, verliest men onder omstandigheden het Nederlanderschap. Deze termijn wordt gestuit door de verstrekking van een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap. Art. 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bevat een opsomming van documenten die gelden als een dergelijke verklaring. HR: 1. Een ieder verbindende verdragsbepaling. Aan art. 7 lid 1, aanhef en onder e, van het Europees Verdrag inzake nationaliteit komt geen rechtstreekse werking toe. De op Nederland rustende verdragsverplichtingen vergen niet dat de nationale wet wordt uitgelegd op een wijze die strookt met die verdragsbepaling. 2. Verliestermijn. Stuiting. Limitatieve opsomming. De opsomming in art. 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap is limitatief
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:761
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01858
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:761, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2014
- Wetingang
(EVN art. 7 lid 1, aanhef en onder e; Gw art. 93 en 94; RWN art. 15 lid 1, aanhef en onder c, 15 lid 4, 17, 21, 23; RWN (oud) art. 27 lid 2; BVVN art. 61)
Essentie
Nederlanderschap. Dubbele nationaliteit. Indien men gedurende een termijn van tien jaar ononderbroken hoofdverblijf buiten Nederland heeft, verliest men onder omstandigheden het Nederlanderschap. Deze termijn wordt gestuit door de verstrekking van een verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap. Art. 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bevat een opsomming van documenten die gelden als een dergelijke verklaring. HR: 1. Een ieder verbindende verdragsbepaling. Aan art. 7 lid 1, aanhef en onder e, van het Europees Verdrag inzake nationaliteit komt geen rechtstreekse werking toe. De op Nederland rustende verdragsverplichtingen vergen niet dat de nationale wet wordt uitgelegd op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.