Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1288
Codarcea tegen Roemenië.
EHRM 02-06-2009, ECLI:NL:XX:2009:BJ7513
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
2 juni 2009
- Magistraten
J. Casadevall, E. Fura-Sandström, C. Bîrsan, A. Gyulumyan, E. Myjer, I. Ziemele, A. Power
- Zaaknummer
31675/04
- LJN
BJ7513
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2009:BJ7513, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02‑06‑2009
- Wetingang
EVRM art. 8
Essentie
Codarcea tegen Roemenië.
Mevrouw Codarcea heeft verschillende plastisch-chirurgische behandelingen ondergaan in een Roemeens ziekenhuis. Meerdere complicaties zin opgetreden, waardoor zij haar ogen niet meer volledig kan sluiten en de rechterzijde van haar gezicht verlamd is geraakt. Codarcea doet aangifte tegen de chirurg en voegt zich als benadeelde partij in de strafprocedure. Deze strafprocedure loopt op niets uit omdat de strafzaak inmiddels is verjaard. In de civiele procedure kent de rechter zowel materiële als immateriële schadevergoeding toe. De chirurg heeft evenwel kort na de uitspraak afstand gedaan van zijn goederen en biedt bijgevolg geen verhaal. Het was destijds in Roemenië ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.