BNB 2021/141
Prejudiciële vraag. Massaalbezwaarprocedure box 3-heffing. Behandeling van de aangewezen rechtsvraag en van overige bezwaren. Redelijke termijn voor berechting bij aanhouding
HR 02-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:963, m.nt. E.B. Pechler
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juli 2021
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Van Loon, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
20/03092
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
E.B. Pechler
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS291811:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:963, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑07‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:292, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag. Massaalbezwaarprocedure box 3-heffing. Behandeling van de aangewezen rechtsvraag en van overige bezwaren. Redelijke termijn voor berechting bij aanhouding
Samenvatting
Aan belanghebbende is een aanslag IB/PVV 2017 opgelegd waarbij onder meer box 3-belasting is geheven. Belanghebbende heeft in bezwaar onder andere een rechtsvraag aan de orde gesteld. De Inspecteur heeft de behandeling van de rechtsvraag opgeschort in afwachting van de uitkomst van een massaalbezwaarprocedure en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard. Het Hof heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld over de procedurele gang van zaken.
HR: De regeling voor massaal bezwaar geldt voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.