RvdW 2013/649
Veroordeling ouders jeugdige tot betaling schadevergoeding aan benadeelde partij. Inwerkingtreding art. 51g, vierde lid, Sv houdt geen wijziging van wet als bedoeld in art. 1 lid 2 Sr in.
HR 23-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8170
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 april 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/05384 J
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- LJN
BZ8170
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ8170, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ8170, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2012
- Wetingang
Art. 51g lid 4 Sv; art. 1 lid 2 Sr; art. 7 EVRM
Essentie
Art. 51g lid 4 Sv (inwerkingtreding 1 januari 2011) heeft geen wijziging gebracht in de in het Burgerlijk Wetboek voorziene regeling van de aansprakelijkheid van de ouders van een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt voor de door een onrechtmatige daad van dat kind aan een derde toegebrachte schade. Die bepaling biedt degene die rechtstreekse schade heeft geleden door een strafbaar feit, gepleegd door een kind dat de leeftijd van veertien jaren nog niet heeft bereikt, de mogelijkheid zijn vordering tot schadevergoeding tegen de ouders van het kind in te stellen in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.