Einde inhoudsopgave
Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Artikel 31 [Opzegging]
Geldend
Geldend vanaf 26-06-1987
- Bronpublicatie:
10-12-1984, Trb. 1985, 69 (uitgifte: 10-05-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-06-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-02-1989, Trb. 1989, 20 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Een Staat die Partij is, kan dit Verdrag opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. De opzegging wordt van kracht één jaar na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.
2.
Een zodanige opzegging leidt er niet toe dat de Staat die Partij is, wordt ontslagen van zijn verplichtingen krachtens dit Verdrag ten aanzien van enig handelen of nalaten die zich heeft voorgedaan vóór de datum waarop de opzegging van kracht wordt en evenmin is de opzegging op enigerlei wijze van invloed op de voortzetting van de behandeling van een zaak die reeds bij het Comité in behandeling is vóór de datum waarop de opzegging van kracht wordt.
3.
Na de datum waarop de opzegging van een Staat die Partij is, van kracht wordt, neemt het Comité geen nieuwe zaak betreffende die Staat in behandeling.