JWB 2014/154
Internationaal privaatrecht, rechtsmacht, gezag, gewone verblijfplaats
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:744
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 2014
- Zaaknummer
13/03777
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:744, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:74, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
- Wetingang
Essentie
Internationaal privaatrecht, rechtsmacht, gezag, gewone verblijfplaats
Samenvatting
Casus
Uit de affectieve relatie tussen de eiseres tot cassatie (Israëlische nationaliteit) en de verweerder in cassatie (Nederlandse nationaliteit) zijn twee kinderen geboren. De verweerder in cassatie heeft de kinderen erkend. Partijen oefenen gezamenlijk gezag over een der kinderen; over het andere kind heeft de eiseres tot cassatie van rechtswege alleen het gezag. De kinderen hebben zowel de Israëlische als de Nederlandse nationaliteit. De eiseres tot cassatie is met de kinderen buiten medeweten van de verweerder in cassatie naar Israël vertrokken.
De rechtbank heeft zich internationaal bevoegd verklaard en het verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.