RAR 2023/26
Wijziging arbeidsvoorwaarden. Geldt de redelijkheidstoets van art. 7:611 BW ook bij een collectieve wijziging van arbeidsvoorwaarden en zo ja, welke maatstaf moet worden aangelegd?
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1759
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, K. Teuben
- Zaaknummer
21/02118
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688766:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1759, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:705, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑06‑2021
- Wetingang
Art. 7:611, 7:613 BW
Essentie
Wijziging arbeidsvoorwaarden.
Geldt de redelijkheidstoets van art. 7:611 BW ook bij een collectieve wijziging van arbeidsvoorwaarden en zo ja, welke maatstaf moet worden aangelegd?
Samenvatting
Voor een groep van 43 werknemers, die vóór 1 januari 2003 in dienst zijn getreden bij IFF, geldt dat zij geen pensioenpremie hoeven te betalen. Werknemers die ná die datum in dienst zijn getreden vallen onder een andere pensioenregeling, op basis waarvan zij een premie ter hoogte van 10% van het pensioengevend salaris moeten betalen. Per 1 juli 2015 is een gewijzigde pensioenregeling ingevoerd, die tot stand is gekomen na overleg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.