RvdW 2012/886
Opzegging arbeidsverhouding zonder voorafgaande toestemming UWV; beroep werkgever op vervaltermijn art. 9 lid 3 BBA in strijd met redelijkheid en billijkheid?; dwingend recht; terughoudende toetsing; motiveringseisen. Eisvermindering besloten in verklaring procespartij ter comparitie?
HR 22-06-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BW5695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
11/00584
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BW5695
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BW5695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Opzegging arbeidsverhouding zonder voorafgaande toestemming UWV; beroep werkgever op vervaltermijn art. 9 lid 3 BBA in strijd met redelijkheid en billijkheid?; dwingend recht; terughoudende toetsing; motiveringseisen. Eisvermindering besloten in verklaring procespartij ter comparitie?
Onjuist is de opvatting dat aan een werkgever het beroep op de vervaltermijn van art. 9 lid 3 BBA nimmer wegens onaanvaardbaarheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan worden ontzegd. De redelijkheid en billijkheid kunnen in het algemeen eraan in de weg staan dat een partij bij een overeenkomst een beroep doet op een als gevolg van die overeenkomst tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.