Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad
Artikel 30 ter Effectieve toepassing van sancties
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/56/EU)
- Inwerkingtreding
16-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 158 (uitgifte: 27-05-2014, regelingnummer: 2014/56/EU)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Bij de opstelling van de voorschriften uit hoofde van artikel 30 eisen de lidstaten dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de aard en de zwaarte van administratieve sancties of maatregelen alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals onder meer in voorkomend geval:
- a)
de ernst en de duur van de inbreuk;
- b)
de mate van verantwoordelijkheid van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon;
- c)
de financiële draagkracht van de voor de schending verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon, zoals deze bijvoorbeeld blijkt uit de totale omzet van de voor de inbreuk verantwoordelijke onderneming of het jaarinkomen van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke persoon;
- d)
de omvang van de winsten of verliezen die door de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon zijn behaald, respectievelijk vermeden, voor zover deze kunnen worden bepaald;
- e)
de mate waarin de verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon met de bevoegde autoriteit meewerkt;
- f)
eerdere overtredingen van de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon.
De bevoegde autoriteiten kunnen andere factoren in aanmerking nemen, indien zulke factoren in het nationale recht zijn vermeld.