Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad
Artikel 30 bis Sanctiebevoegdheden
Geldend
Geldend vanaf 05-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 322 (uitgifte: 16-12-2022, regelingnummer: 2022/2464)
- Inwerkingtreding
05-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 322 (uitgifte: 16-12-2022, regelingnummer: 2022/2464)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
De lidstaten bepalen dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om ten minste de volgende administratieve maatregelen en sancties te nemen en/of op te leggen voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn en, waar van toepassing, Verordening (EU) nr. 537/2014:
- a)
een kennisgeving waarin wordt geëist dat de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon het gedrag staakt en niet meer herhaalt;
- b)
een publieke verklaring waarin de voor de inbreuk verantwoordelijke natuurlijke of rechtspersoon en de aard van de inbreuk worden vermeld en die wordt gepubliceerd op de website van de bevoegde autoriteiten;
- c)
een voorlopig verbod van maximaal drie jaar voor de wettelijke auditor, het auditkantoor of de voornaamste vennoot om wettelijke controles van financiële overzichten uit te voeren en/of controleverklaringen te ondertekenen;
- c bis)
een voorlopig verbod van maximaal drie jaar voor de wettelijke auditor, het auditkantoor of de voornaamste duurzaamheidsvennoot om de assurance van duurzaamheidsrapportering uit te voeren en/of assuranceverklaringen over duurzaamheidsrapportering te ondertekenen;
- d)
een verklaring dat de controleverklaring niet voldoet aan de eisen van artikel 28 van deze richtlijn of, waar van toepassing, artikel 10 van Verordening (EU) nr. 537/2014;
- d bis)
een verklaring dat de assuranceverklaring over de duurzaamheidsrapportering niet voldoet aan de vereisten van artikel 28 bis van deze richtlijn;
- e)
een voorlopig verbod van maximaal drie jaar voor een lid van een auditkantoor of een lid van een leidinggevend of bestuursorgaan van een organisatie van openbaar belang om functies in auditkantoren of organisaties van openbaar belang te bekleden;
- f)
administratieve geldboeten voor natuurlijke en rechtspersonen.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten hun sanctiebevoegdheden kunnen uitoefenen overeenkomstig deze richtlijn en het nationale recht en op een van de volgende wijzen:
- a)
rechtstreeks;
- b)
in samenwerking met andere autoriteiten;
- c)
middels een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
3.
De lidstaten kunnen bevoegde autoriteiten andere sanctiebevoegdheden verlenen naast de in lid 1 genoemde bevoegdheden.
4.
In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten aan de autoriteiten die toezicht houden op organisaties van openbaar belang, wanneer zij niet zijn aangewezen als de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 20, lid 2, van Verordening (EU) nr. 537/2014, bevoegdheden verlenen om sancties op te leggen voor inbreuken op verslagleggingsverplichtingen zoals bepaald in die verordening.