Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004
Artikel 6 Vereisten vrijwarende betaling op de g-rekening
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
21-12-2012, Stcrt. 2012, 26349 (uitgifte: 28-12-2012, regelingnummer: DB2012-475M)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2012, Stcrt. 2012, 26349 (uitgifte: 28-12-2012, regelingnummer: DB2012-475M)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Sociale zekerheid
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering / Verhaalsrecht
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Invordering (V)
Loonbelasting (V)
1.
Een betaling die wordt verricht op een g-rekening wordt voor de toepassing van de artikelen 34, derde lid, en 35, vijfde lid, van de Invorderingswet in aanmerking genomen indien:
- a.
de factuur welke de uitlener, de onderaannemer of de confectie-aannemer ter zake van de door hem aan de inlener, aannemer of opdrachtgever geleverde prestatie of prestaties heeft doen toekomen, voldoet aan de eisen, voorzover toepasselijk, die artikel 35a van de Wet op de omzetbelasting 1968 daaraan stelt alsmede de vermelding bevat van:
- 1°
het nummer of het kenmerk, voorzover aanwezig, van de overeenkomst ingevolge welke de uitlener, de onderaannemer of de confectie-aannemer de gefactureerde prestatie of prestaties heeft verricht;
- 2°
het tijdvak of de tijdvakken waarin die prestatie of prestaties zijn verricht; en
- 3°
de benaming(en) of kenmerk(en) van het werk, waarop de betaling betrekking heeft;
- b.
die betaling vergezeld gaat van de vermelding van het nummer van de factuur en voorzover toepasselijk tevens van een ander onderscheidend op die factuur vermeld kenmerk, waarbij het nummer van de factuur of dit nummer tezamen met een aanvullend kenmerk een uniek identificatiegegeven vormt waarmee die factuur terstond of vrijwel terstond kan worden teruggevonden in de administratie van de inlener, aannemer of opdrachtgever;
- c.
de administratie van de inlener, aannemer of opdrachtgever zodanig is ingericht en zodanig wordt gevoerd dat daarin terstond of vrijwel terstond kan worden teruggevonden:
- 1°
de overeenkomst of de inhoud daarvan, ingevolge welke de uitlener, de onderaannemer of de confectie-aannemer de in onderdeel a bedoelde prestatie of prestaties heeft verricht;
- 2°
de gegevens inzake de nakoming van die overeenkomst met inbegrip van, naar de eisen van hun bedrijf, een registratie van de personen die zijn ingeleend of werk in (onder)aanneming hebben verricht en van de dagen waarop en de uren gedurende welke die personen werkzaamheden hebben verricht in verband waarmee voor de inlener en aannemer aansprakelijkheid bestaat ingevolge artikel 34 onderscheidenlijk artikel 35 van de Invorderingswet; en
- 3°
de betalingen die in verband met de vorenbedoelde overeenkomst zijn gedaan.
2.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, kan de vermelding op de factuur van het tijdvak of de tijdvakken waarin de gefactureerde prestaties of prestaties zijn verricht achterwege blijven indien de factuur de vermelding bevat van de datum waarop de order tot het geheel of gedeeltelijk vervaardigen van kleding, andere dan schoeisel, is verstrekt en van de datum waarop die kleding is of zal worden afgenomen.
3.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, onder 2°, behoeft de confectie-aannemer of de opdrachtgever geen registratie als bedoeld in dat onderdeel op te nemen indien de gefactureerde prestatie of prestaties een werk is als bedoeld in artikel 35a, eerste lid, van de Invorderingswet.