RBP 2014/33
Terugwijzingsverbod. Moet een uitzondering op het terugwijzingsverbod worden aangenomen?
HR 17-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:97
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/01926
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- JCDI
JCDI:ADS917255:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:97, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:993, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2013
- Wetingang
Essentie
Devolutieve werking. Faillissement. Verbod van terugwijzing.
Kan het hof een WSNP-verzoek in de zin van art. 3 lid 1 jo. art. 15b Fw inhoudelijk beoordelen als dat verzoek in eerste aanleg om louter processuele redenen in eerste aanleg niet inhoudelijk is beoordeeld? Moet een uitzondering op het terugwijzingsverbod worden aangenomen?
Samenvatting
Aanleiding voor dit arrest is de aanvraag van het faillissement van verzoeker in cassatie. De rechtbank heeft verzoeker in cassatie tot twee keer toe opgeroepen te verschijnen op een faillissementszitting. Verzoeker, een natuurlijk persoon, is op geen van beide faillissementszittingen verschenen en heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.