Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 93 Verlening visvergunning
Geldend
Geldend vanaf 02-04-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
30-03-2022, Stcrt. 2022, 9138 (uitgifte: 01-04-2022, regelingnummer: WJZ/ 22089404)
- Inwerkingtreding
02-04-2022, terugwerkend tot: 01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2022, Stcrt. 2022, 9138 (uitgifte: 01-04-2022, regelingnummer: WJZ/ 22089404)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een visvergunning wordt verleend indien:
- a.
het vissersvaartuig stond ingeschreven in het visserijregister of dient ter vervanging van een of meer vissersvaartuigen die stonden ingeschreven in het visserijregister;
- b.
de oorspronkelijke registratie is doorgehaald op grond van artikel 8, onderdeel a, van het Registratiebesluit;
- c.
er minder dan zes jaar is verstreken vanaf het moment van doorhaling van die registratie;
- d.
wordt voldaan aan artikel 6, vierde lid, van het Registratiebesluit;
- e.
het motorvermogen en de tonnage van dat vissersvaartuig niet meer bedraagt dan voor de doorhaling van de inschrijving;
- f.
het vissersvaartuig behoort tot hetzelfde segment als voor het moment van doorhaling, dan wel tot hetzelfde segment als het vissersvaartuig dat wordt vervangen; en
- g.
is voldaan aan artikel 87, vierde lid.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt een visvergunning verleend voor een vissersvaartuig waarvan het motorvermogen of de tonnage is toegenomen, indien ten aanzien van het vissersvaartuig een visvergunning was verleend wat betreft het oorspronkelijke motorvermogen of de oorspronkelijke tonnage, en de aanvrager van de visvergunning kan aantonen dat:
- a.
de omvang van de toename van het motorvermogen of de tonnage, overeenkomt met het motorvermogen of de tonnage, of een deel daarvan, van een vissersvaartuig waarvan de registratie is doorgehaald op grond van artikel 8, onderdeel a, van het Registratiebesluit en er minder dan zes jaar is verstreken vanaf het moment van doorhaling van die registratie, en
- b.
hij kan beschikken over de in het visserijregister als gevolg van de doorhaling van de registratie, bedoeld in onderdeel a, vrijgekomen capaciteit.
3.
In afwijking van het eerste lid wordt een visvergunning voor een vissersvaartuig verleend indien:
- a.
het vaartuig wordt ingezet voor de kweek of de teelt van aquatische organismen op percelen; of
- b.
met het vaartuig met de mosselkor op mosselpercelen wordt gevist en op basis van een vergunning als bedoeld in artikel 36 van de Uitvoeringsregeling visserij, slechts incidenteel wordt gevist op mosselzaad buiten de percelen en het vaartuig niet is uitgerust voor het gebruik van andere vistuigen dan de mosselkor.
4.
De minister kan aan een visvergunning voorschriften verbinden of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen.
5.
In afwijking van het eerste tot en met derde lid kan de minister besluiten geen visvergunning te verlenen indien hij dit noodzakelijk acht voor de nakoming van de verplichtingen, bedoeld in artikel 23 van de basisverordening.
6.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt geen visvergunning voor een vissersvaartuig verleend indien dit vissersvaartuig stond ingeschreven in het visserijregister of dient ter vervanging van een of meer vissersvaartuigen die stonden ingeschreven in het visserijregister en de oorspronkelijke registratie is doorgehaald in verband met definitieve stopzetting van de visserijactiviteiten als bedoeld in artikel 20 EMFAF-verordening, met dat vissersvaartuig.