NJB 2017/162
Wet Bopz. Oproeping. Hoorplicht. De rechter hoort de betrokkene in de deuropening van diens woning. HR: Indien betrokkene of zijn raadsman van mening was dat een mondelinge behandeling op dat moment niet wenselijk was, hadden zij kunnen verzoeken de mondelinge behandeling aan te houden. Niet blijkt dat een zodanig verzoek is gedaan. In het licht daarvan zijn de onderdelen tevergeefs voorgesteld
HR 23-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2989
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04488
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2989, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Oproeping. Hoorplicht. De rechter hoort de betrokkene in de deuropening van diens woning. HR: Indien betrokkene of zijn raadsman van mening was dat een mondelinge behandeling op dat moment niet wenselijk was, hadden zij kunnen verzoeken de mondelinge behandeling aan te houden. Niet blijkt dat een zodanig verzoek is gedaan. In het licht daarvan zijn de onderdelen tevergeefs voorgesteld
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de rechtbank op verzoek van de officier van justitie een voorlopige machtiging verleend om betrokkene te doen opnemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.