Einde inhoudsopgave
Besluit bekendmaking veiling kavels B27 en B31
Bijlage 3 Ontwerpvergunning digitale radio-omroep allotment 9D-N, gekoppeld aan vergunning kavel B27, inclusief bijbehorende bijlagen
Geldend
Geldend vanaf 13-09-2016
- Bronpublicatie:
06-09-2016, Stcrt. 2016, 47763 (uitgifte: 12-09-2016, regelingnummer: WJZ/16132642)
- Inwerkingtreding
13-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2016, Stcrt. 2016, 47763 (uitgifte: 12-09-2016, regelingnummer: WJZ/16132642)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Gelezen de aanvraag van <vergunninghouder> te <woonplaats> van <datum aanvraag>, geregistreerd onder nummer <dossiernummer>;
Gelet op de artikelen 3.13 en 3.14 van de Telecommunicatiewet, artikel 17 van het Frequentiebesluit 2013 en de Regeling aanvraag- en veilingprocedure kavels B27 en B31;
Artikel 1. Begripsbepalingen
- 1.
In deze beschikking wordt verstaan onder:
- a.
minister: Minister van Economische Zaken;
- b.
ITU: Internationale Telecommunicatie Unie;
- c.
MIFR: Master International Frequency Register, zijnde het register waarin radiostations met hun frequentieruimte zijn opgenomen, bedoeld in artikel 4.3 van het Radioreglement van de ITU;
- d.
notificatieverzoek: verzoek van de samenwerkende vergunninghouders aan de minister tot het doen van een notificatie van een in gebruik genomen dan wel te nemen (gedeelte van de) frequentieruimte op een bepaalde plaats, met als doel (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats na goedkeuring door het radiocommunicatiebureau van de ITU te registreren in het MIFR teneinde internationale bescherming van (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats te bewerkstelligen;
- e.
GE06: Final Acts of the Regional Radiocommunication Conference for planning of the digital terrestrial Broadcasting service in parts of Regions 1 and 3, in the frequency bands 174 – 230 MHz and 470 – 862 MHz; Genève 2006;
- f.
samenwerkende vergunninghouders: vergunninghouders die houder zijn van een deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het in artikel 2, eerste lid, genoemde frequentiebereik;
- g.
N: het aantal houders van een vergunning op een bepaald moment binnen het in artikel 2, eerste lid, genoemde frequentiebereik;
- h.
samenwerkingsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 3.21 van de Telecommunicatiewet;
- i.
WGS-coördinaten: coördinaten vastgesteld op basis van het World Geodetic System 1984;
- j.
allotment: het gebied dat gelegen is binnen de contouren zoals gevisualiseerd in de bijlage;
- k.
ziekenhuis: instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;
- l.
mobiele ontvangst: mobile reception, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.13 van GE06;
- m.
binnenontvangst: portable reception class B, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.12 van GE06.
- 2.
De definities in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn van toepassing.
Artikel 2. Gebruiksrecht
- 1.
Aan <vergunninghouder> ingeschreven in het handelsregister onder nummer <nummer KvK>, hierna te noemen: vergunninghouder, wordt, onverminderd het vijfde en zesde lid, een vergunning verleend voor het gebruik van 1/18 deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 207,296 MHz – 208,832 MHz (allotment 9D-N).
- 2.
De vergunninghouder neemt de in de bijlagen genoemde frequentieruimte binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze vergunning in gebruik en houdt deze in gebruik.
- 3.
De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het vigerende Nationaal Frequentieplan (NFP), en onder die bestemming gegeven beperkingen.
- 4.
De vergunninghouder gebruikt de aan hem toegewezen frequentieruimte voor het aanbieden van ten minste één programmakanaal bestaande uit radioprogramma’s, waarbij dat programmakanaal wordt gebruikt voor het gelijktijdig en ongewijzigd uitzenden van radioprogramma’s die door middel van de vergunning met dossiernummer <dossiernummer van de vergunning voor kavel B27> worden uitgezonden in een kwaliteit die ten minste gelijk is aan 192 kb/s (stereo-uitzending), indien gebruikt wordt gemaakt van MPEG 2, 48 kb/s (stereo-uitzending), indien gebruik wordt gemaakt van AAC+, of, indien gebruik wordt gemaakt van een andere techniek, met een geluidskwaliteit die ten minste vergelijkbaar is met de kwaliteit die met stereo kan worden behaald door middel van de twee genoemde technieken.
- 5.
Indien een andere vergunning voor het gebruik van een deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het in het eerste lid genoemde frequentiebereik niet is verleend dan wel is ingetrokken, is de vergunninghouder tot de dag van inwerkingtreding van het besluit waarmee die vergunning voor het eerst onderscheidenlijk opnieuw wordt verleend, gerechtigd 1/N-de deel van de capaciteit van de ingetrokken vergunning te gebruiken.
- 6.
Een vergunninghouder is gerechtigd een deel van de capaciteit te laten gebruiken door een andere samenwerkende vergunninghouder, indien:
- a.
beide vergunninghouders daarmee schriftelijk hebben ingestemd, en
- b.
hij blijft voldoen aan de voorschriften en beperkingen in zijn vergunning.
- 7.
De vergunninghouder die een deel van de aan een andere samenwerkende vergunninghouder vergunde capaciteit gebruikt als bedoeld in het zesde lid, neemt het derde lid in acht.
- 8.
De vergunninghouder die een schriftelijke instemming heeft gegeven als bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, zendt hiervan onverwijld een afschrift aan de minister.
Artikel 3. Samenwerking vergunninghouders
- 1.
De vergunninghouder gaat de samenwerkingsovereenkomst schriftelijk aan.
- 2.
De vergunninghouder verstrekt een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst en aanvullingen of wijzigingen daarvan onverwijld aan de minister.
- 3.
De vergunninghouder sluit tezamen met de andere samenwerkende vergunninghouders een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.9, tweede lid, onderdeel b, van de Telecommunicatiewet met een rechtspersoon die namens hen het elektronische communicatienetwerk zal aanleggen en in stand houden voor het gezamenlijk gebruik van de in artikel 2 genoemde frequentieruimte dan wel treedt tot een reeds bestaande overeenkomst, als voormeld, toe.
- 4.
In het belang van doelmatig gebruik van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, wordt in de overeenkomst, bedoeld in het derde lid, bepaald dat het in gebreke blijven van een andere samenwerkende vergunninghouder jegens de rechtspersoon, bedoeld in het derde lid, niet tot gevolg heeft dat de aanleg van het elektronische communicatienetwerk als bedoeld in het derde lid en de uitzending van de radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vierde lid, ten behoeve van de vergunninghouder wordt gestaakt, onderbroken of beperkt.
- 5.
Indien na het tijdstip waarop de samenwerkingsovereenkomst in werking treedt een vergunning wordt verleend voor een deel van het gebruik van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, zorgt de vergunninghouder ervoor dat die nieuwe vergunninghouder op non-discriminatoire voorwaarden partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 4. Technische beschrijving
Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de technische beschrijving zoals deze in bijlage I is opgenomen. De technische beschrijving omvat tevens het spectrummasker 1 voor T-DAB radiozendapparaten, werkend in niet-kritische omstandigheden.
Artikel 5. Registratie van frequentieruimte
- 1.
De vergunninghouder staakt of beperkt het gebruik van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, voor zover dit leidt tot belemmeringen in het gebruik van in het MIFR door anderen geregistreerde frequentieruimte.
- 2.
Bij het gebruik van de frequentieruimte heeft de vergunninghouder geen aanspraak op enigerlei vorm van bescherming van dat gebruik, indien verstoring van het gebruik plaatsvindt door het gebruik van in het MIFR geregistreerde frequentieruimte.
- 3.
Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing voor zover de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, in het MIFR is geregistreerd door de samenwerkende vergunninghouders.
- 4.
Teneinde registratie in het MIFR te entameren kunnen de samenwerkende vergunninghouders een notificatieverzoek daartoe indienen bij de minister.
- 5.
Het notificatieverzoek geschiedt met gebruikmaking van het in bijlage II opgenomen formulier ‘notificatieverzoek’.
Artikel 6. Ingebruiknameverplichting
- 1.
Vanaf 1 januari 2018 biedt de vergunninghouder de dienst, bedoeld in artikel 2, aan met een geografische verzorging van 85% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 65% binnenontvangst.
- 2.
Vanaf 1 januari 2020 biedt de vergunninghouder de dienst, bedoeld in artikel 2, aan met een geografische verzorging van 90% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 75% binnenontvangst.
- 3.
De geografische verzorging zoals bedoeld in het eerste en tweede lid is voor mobiele ontvangst vastgesteld op een veldsterkte van 60 dBµV/m en de demografische verzorging voor binnenontvangst op een veldsterkte van 66 dBµV/m op 10 meter hoogte voor 50% van de tijd en plaats en bij een referentiefrequentie van 200 MHz. Indien een andere centrumfrequentie gebruikt wordt, wordt de voorgeschreven veldsterkte aangepast conform annex 3.5 van GE06.
Artikel 7. Wegnemen belemmeringen
- 1.
Indien op enige plaats binnenshuis door het gewenste signaal van de in het kader van deze vergunning gebruikte radiozendapparaten belemmeringen in de ontvangst van kabeltelevisie worden veroorzaakt draagt de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, dan wel indien deze verzaakt, de vergunninghouder, er op verzoek van degene die de belemmeringen ondervindt, zorg voor dat deze onverwijld op kosten van de samenwerkende vergunninghouders worden verholpen, voor zover ter plaatse:
- a.
de hoogfrequentiedichtheid van de gebruikte aansluitkabels en de daaraan bevestigde connectoren een waarde hebben van ten minste 70 dB, en
- b.
het stoorsignaal als gevolg van het krachtens deze vergunning gebruiken van frequentieruimte hoger is dan 23 dBμV.
- 2.
De in het eerste lid, onder b, genoemde waarde dient evenredig verhoogd te worden met de waarde van het signaalniveau op het abonnee-overnamepunt boven de vereiste minimumwaarde van 60 dBμV.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, is de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, danwel de vergunninghouder niet gehouden televisie-ontvangapparaten en aanverwante apparatuur te vervangen die:
- a.
niet geschikt zijn om een stoorspanning van 23 dBμV vermeerderd met de signaalspanning op het kabeltelevisienet bij het abonnee-overnamepunt te ontvangen, of
- b.
een hoogfrequentdichtheid van minder dan 70 dB hebben.
- 4.
De samenwerkende vergunninghouders wijzen één natuurlijke persoon of rechtspersoon aan die de belemmeringen en de kosten, bedoeld in het eerste lid, wegneemt respectievelijk vergoedt.
- 5.
De vergunninghouder is verplicht 1/N-de deel van de kosten, bedoeld in het eerste lid, te vergoeden.
Artikel 8. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten
- 1.
De vergunninghouder veroorzaakt:
- a.
geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en
- b.
in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.
- 2.
Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radiozendapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.
- 3.
Artikel 7, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9. Kennisgeving ingebruikneming
De vergunninghouder stelt de minister van elke ingebruikneming van (onderdelen van) de frequentieruimte uiterlijk vier weken van tevoren schriftelijk in kennis en overlegt daarbij de gegevens bedoeld in bijlage II conform het in die bijlage opgenomen model.
Artikel 10. Correspondentie
- 1.
Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.
- 2.
De verplichting, bedoeld in artikelen 3, tweede lid en 9, geldt niet voor zover een samenwerkende vergunninghouder namens een andere vergunninghouder de verplichte kennisgeving of mededeling doet.
Artikel 11. Overeenkomst gezamenlijk gebruik
- 1.
Voor de periode tot 1 september 2017 wordt de samenwerkingsovereenkomst gesloten binnen een periode van ten hoogste zes weken na inwerkingtreding van deze vergunning.
- 2.
Voor de periode van 1 september 2017 tot 1 september 2022 wordt de samenwerkingsovereenkomst gesloten voor 1 juni 2017.
Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd van de vergunning
Deze vergunning treedt in werking op de <dag na vergunningverlening> en eindigt op 31 augustus 2022, 24:00 uur.
Deze beschikking wordt in de Staatscourant geplaatst, met uitzondering van de bijlagen.
Bijlage I. Behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep
Het spectrummasker, bedoeld in artikel 4, is als volgt:
Figuur 1. Spectrum mask 1 for T-DAB transmitters operating in non sensitive cases
Bron: GE06 pagina 169
De technische beschrijving, bedoeld in artikel 4, luidt als volgt:
Het regionale kavel 2 heeft de omtrek beschreven in figuur 2. Het kavel is opgebouwd uit de GE06 DVBT allotments HOL0901H (K9), HOL0902H (K6), HOL0903H (K8), HOL0904H (K9), HOL0905H (K7), HOL0906H (K9).
Figuur 2. Geografische indeling van de frequentieruimte
De DVBT allotments K6, K7, K8, K9 kunnen respectievelijk opgesplitst worden in de TDAB blokken A,B,C,D. De oorspronkelijke allotment vorm is hierdoor niet aangetast.
Ten behoeve van deze vergunning wordt het volgende TDAB blok beschreven:
Blok 9D, Noord Holland en Friesland
De punten waaruit de omtrek van elk allotment is opgebouwd zijn in een USB neergelegd. De USB maakt onderdeel uit van bijlage III.
Gedurende de Geneve ’06 conferentie is een aantal nadere afspraken gemaakt met de Nederland omringende landen. Deze afspraken bevatten in essentie hetgeen is weergeven in de onderstaande tabellen. De vergunninghouder respecteert de afspraken die Nederland heeft gemaakt. De volledige afspraken zijn opgenomen in bijlage III. Bij tegenstrijdigheid van de samenvatting in de tabellen en de afspraken, opgenomen in bijlage III, prevaleren de laatstgenoemde.
De bilaterale afspraken zijn een verbijzondering van de algemene planningscriteria van GE06 met als doel incompatibiliteiten tussen de assignments of allotments in het GE06-plan op te heffen. De implementatie moet zowel voldoen aan GE06 als aan de aanvullende voorwaarden in de onderstaande tabellen.
Indien in tabellen geen aanvullende beschermingseisen zijn gesteld, dan mag een actueel netwerk evenveel interferentie produceren als een referentienetwerk.
Frequentieblok 9D (207,296 MHz – 208,832 MHz), Noord Holland, Friesland
Het gemarkeerde gebied met 9D heeft betrekking op frequentieblok 207,296 MHz – 208,832 MHz en bestaat uit de allotments HOL0901H (K9) tezamen met HOL0906H (K9) (Friesland en de Waddeneilanden).
Figuur 3. Overzicht frequentieblokken 9D, allotments HOL 0901H en HOL0906H (Friesland en de Waddeneilanden), en HOL0904H (Zeeland)
Resultaten afspraken Nederland omringende landen
Afspraken gemaakt tijdens conferentie
Tabel 1 geeft de afwijkingen weer van de acceptatie van veldsterkten door, en bescherming van, buitenlandse allotments in overeenstemming met de procedure, bedoeld in artikel 5 jo. Section II of Annex 4 ‘Examination of conformity with the digital Plan entry’ GE06.
Blok 9D | NEDERLAND (HOL) | |
---|---|---|
LAND | Accepteert | beschermt |
Verenigd Koninkrijk (G) | De cumulatieve veldsterkte van de Engelse PMR toepassingen op de Nederlandse kust zal de 31 dB(μV/m) niet overschrijden. | Vanaf 1-01-2013 zal de veldsterkte van het T-DAB netwerk op de Engelse kust de 45 dB(μV/m) niet overschrijden. Als het complete netwerk voor Zeeland in de analyse wordt betrokken geldt een 10 dB hogere limiet (= NL limiet, afgesproken gedurende RRC06). |
Duitsland (D) | Maximaal 43 dB (μV/m) van de Duitse DVBT allotment (D-NW-W–09-04) toegestaan op de grens van het Nederlandse allotment HOL0901H Maximaal 41 dB (μV/m) van de Duitse DVBT allotment (D-SH-09-04) toegestaan op de grens van het Nederlandse allotments HOL0901H Maximaal 43 dB (μV/m) van de Duitse DVBT allotment (D-SH-09-04) toegestaan op de grens van het Nederlandse allotments HOL0906H | Maximaal 41 dB(μV/m) van de Nederlandse DVBT allotments HOL0901H en HOL0906H tezamen toegestaan op de grens van de Duitse allotment D-SH–09-04 Voor TDAB blok 9D van HOL0901H en HOL0906H tezamen betekent dit 35 dBµV/m. Maximaal 43 dB(μV/m) van de Nederlandse DVBT allotment HOL0901H toegestaan op de grens van de Duitse DVBT allotment (D-NW-W–09-04) Voor het TDAB blok 9D van HOL0901H betekent dit 37 dBµV/m. |
België (BEL) | Geen beperkingen of verruimingen | Geen beperkingen of verruimingen |
Frankrijk (F) | Geen beperkingen of verruimingen | Geen beperkingen of verruimingen |
Luxemburg (LUX) | Geen beperkingen of verruimingen | Geen beperkingen of verruimingen |
Denemarken (DNK) | Geen beperkingen of verruimingen | Geen beperkingen of verruimingen |
Criterium in geval van afzonderlijk gebruik van blok 9D in Zeeland en Noord-Holland, Friesland
Om interferentie in Zeeland te beperken moet het T-DAB netwerk voldoen aan de volgende eisen.
- 1.
Het is in overeenstemming met de T-DAB conversie van het DVB-T allotment 0901H. De conformiteitstoets wordt als volgt uitgevoerd. T-DAB portable indoor ontvangst (GE06) RPC5 en propagatieberekening uitsluitend over landpad.
- 2.
De cumulatieve veldsterkte op de begrenzing van allotment 0904H zal de limiet van 39 dBuV/m niet overschrijden. Propagatieberekening uitvoeren over mixed land/zeepad.
Bijlage II. Behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep
De kennisgeving van ingebruikneming zoals bedoeld in artikel 9 geschiedt middels het onderstaande formulier.
Indien u tevens het gebruik van uw frequentieruimte wilt (laten) registreren in het MIFR kunt u daarom verzoeken middels onderstaand notificatieformulier door dit aan te geven bij item 14.
Formulier ingebruikneming frequentieruimte en notificatieverzoek | ||
---|---|---|
Item | Inhoud | |
1 | site name | |
2 | het ID van het allotment waar het assignment bij hoort | |
3 | de identicatiecode voor het Single Frequency Network (SFN) die bij het allotment hoort, ingeval de vergunninghouder gebruikt maakt van een SFN. | |
4 | geografische locatie (longitude/latitude, WGS84) | |
5 | maximum zendvermogen ERP (in polarisatie H en V) | |
6 | type antenne (omni of gericht diagram) | |
7 | polarisatie van het signaal (H, V of M) | |
8 | de hoogte van de antenne boven het maaiveld | |
9 | de hoogte van het maaiveld ter plaatse van de antenne (ten opzichte van NAP) | |
10 | de effectieve hoogte van de antenne in alle richtingen (in stapjes van 10 graden) | |
11 | Het antennediagram in alle richtingen (voor polarisatie H en/of V) | |
12 | de toegewezen frequentie (in MHz of aanduiding frequentieblok) | |
13 | de datum waarop het station in dienst wordt gesteld | |
14 | Dit formulier dient tevens als verzoek om notificatie ten behoeve van registratie in het MIFR |
Zendhoek AZM (graden) | Verzwakking (dB) | Hoogte Effectief (meter) | Zendhoek AZM (graden) | Verzwakking (dB) | Hoogte Effectief (meter) |
---|---|---|---|---|---|
0.0 | 180.0 | ||||
10.0 | 190.0 | ||||
20.0 | 200.0 | ||||
30.0 | 210.0 | ||||
40.0 | 220.0 | ||||
50.0 | 230.0 | ||||
60.0 | 240.0 | ||||
70.0 | 250.0 | ||||
80.0 | 260.0 | ||||
90.0 | 270.0 | ||||
100.0 | 280.0 | ||||
110.0 | 290.0 | ||||
120.0 | 300.0 | ||||
130.0 | 310.0 | ||||
140.0 | 320.0 | ||||
150.0 | 330.0 | ||||
160.0 | 340.0 | ||||
170.0 | 350.0 |
Ter bespoediging van de afhandeling van het notificatieverzoek, wordt verzocht het formulier in elektronische vorm aan te leveren. Het elektronische formulier is opgenomen in de informatiedrager (USB), bedoeld in bijlage III.
Bijlage III. Behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep
De volledige afspraken gemaakt tijdens GE06 en aanvullend, opgenomen op de USB
- 1.
GE06 final acts
- 2.
GE06 NL allotments
- 3.
GE06 Bilaterale afspraken
- 4.
Notificatieverzoek
- 5.
De interferentie nader in kaart gebracht
- 6.
A T-DAB field trial using a low-mast infrastructure, university of Twente, paragraaf 4.5.5, november 2006
- 7.
OFCOM-Industry MOU to permit the use of transmission sites, not contained within the Reserved Assignments List, to enhance coverage of licensed T-DAB broadcast networks, Appendix B, v1.0, 14 november 2006