NJB 2020/1059:Arbeidsovereenkomst. Re-integratieverplichtingen. Loondoorbetaling tijdens ziekte. Opschorting. Een tandartsassistente breekt haar pols. De bedrijfsarts acht haar in staat om gangbare arbeid te verrichten voor vier uur per dag. De werkgever roept haar op om op het werk te verschijnen om de mogelijkheden van re-integratie te bespreken. De tandartsassistente geeft te kennen dat zij hervatting van het werk afhankelijk stelt van betaling van achterstallig salaris. Hoge Raad: De werknemer is in beginsel bevoegd de nakoming van re-integratieverplichtingen op te schorten als de werkgever niet voldoet aan zijn verbintenis tot loondoorbetaling tijdens ziekte, ook als deze door de werkgever niet nagekomen verbintenis ziet op reeds verstreken loonperioden

NJB 2020/1059

Arbeidsovereenkomst. Re-integratieverplichtingen. Loondoorbetaling tijdens ziekte. Opschorting. Een tandartsassistente breekt haar pols. De bedrijfsarts acht haar in staat om gangbare arbeid te verrichten voor vier uur per dag. De werkgever roept haar op om op het werk te verschijnen om de mogelijkheden van re-integratie te bespreken. De tandartsassistente geeft te kennen dat zij hervatting van het werk afhankelijk stelt van betaling van achterstallig salaris. Hoge Raad: De werknemer is in beginsel bevoegd de nakoming van re-integratieverplichtingen op te schorten als de werkgever niet voldoet aan zijn verbintenis tot loondoorbetaling tijdens ziekte, ook als deze door de werkgever niet nagekomen verbintenis ziet op reeds verstreken loonperioden

Documentgegevens:

HR 17-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:723

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 17 april 2020
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
Zaaknummer: 18/05283
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:723, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2018
Wetingang: (art. 6:52 lid 1, art. 6:262 lid 1, art. 7:627, 7:629 lid 1 en 3 aanhef en onder c, art. 7:658a lid 1 en 4 BW; art. 71a lid 9 WAO)

Essentie

Arbeidsovereenkomst. Re-integratieverplichtingen. Loondoorbetaling tijdens ziekte. Opschorting. Een tandartsassistente breekt haar pols. De bedrijfsarts acht haar in staat om gangbare arbeid te verrichten voor vier uur per dag. De werkgever roept haar op om op het werk te verschijnen om de mogelijkheden van re-integratie te bespreken. De tandartsassistente geeft te kennen dat zij hervatting van het werk afhankelijk stelt van betaling van achterstallig salaris. Hoge Raad: De werknemer is in beginsel bevoegd de nakoming van re-integratieverplichtingen op te schorten als de werkgever niet voldoet aan zijn verbintenis tot loondoorbetaling tijdens ziekte, ook als deze door de werkgever niet nagekomen verbintenis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.