Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:128 [Toetsing bij portefeuilleoverdracht levens- of schadeverzekeraar]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 1, onderdeel b, de zinsnede 'en er bij de Nederlandsche Bank geen bedenkingen bestaan tegen de overdracht' is reeds aangebracht bij de wijziging van 19-11-2014, Stb. 472.
- Bronpublicatie:
24-06-2015, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 09-07-2015, kamerstukken: 34100)
13-12-2012, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 21-12-2012, kamerstukken: 33273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank stemt slechts in met een overdracht als bedoeld in artikel 3:126, eerste en tweede lid, of 3:127, eerste en tweede lid, aan:
- a.
een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in Nederland indien deze levensverzekeraar of schadeverzekeraar, mede gelet op de voorgenomen overdracht, voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste en er bij de Nederlandsche Bank geen bedenkingen bestaan tegen de overdracht;
- b.
een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een andere lidstaat indien de toezichthoudende instantie van die lidstaat op verzoek van de Nederlandsche Bank heeft verklaard dat deze levensverzekeraar of schadeverzekeraar, mede gelet op de voorgenomen overdracht, voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste en er bij de Nederlandsche Bank geen bedenkingen bestaan tegen de overdracht;
- c.
een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, indien het betrokken bijkantoor, mede gelet op de voorgenomen overdracht, voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste en er bij de Nederlandsche Bank geen bedenkingen bestaan tegen de overdracht;
- d.
een levensverzekeraar of schadeverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit bijkantoor in een andere lidstaat met betrekking tot de naar die lidstaat in dienstverrichting gesloten verzekeringen indien de wetgeving van die lidstaat in de mogelijkheid van een dergelijke overdracht voorziet en de betrokken toezichthoudende instantie heeft verklaard met die overdracht in te stemmen.
2.
Indien een andere toezichthoudende instantie van een lidstaat belast is met het toezicht op het solvabiliteitskapitaalvereiste van het betrokken bijkantoor, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, stemt de Nederlandsche Bank slechts in nadat die toezichthoudende instantie op verzoek van de Nederlandsche Bank heeft verklaard dat het bijkantoor, mede gelet op de voorgenomen overdracht, voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste.
3.
Artikel 3:118, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.