Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:126 [Levensverzekeraar; instemming DNB]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2015, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 09-07-2015, kamerstukken: 34100)
13-12-2012, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 21-12-2012, kamerstukken: 33273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een levensverzekeraar, niet zijnde een verzekeraar met beperkte risico-omvang, met zetel in een staat die geen lidstaat is, die rechten en verplichtingen uit levensverzekering wenst over te dragen, behoeft daarvoor instemming van de Nederlandsche Bank indien het betreft:
- a.
de overdracht van rechten en verplichtingen uit levensverzekering, gesloten vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, aan een andere levensverzekeraar met zetel in een lidstaat in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een vestiging in een lidstaat;
- b.
de overdracht van rechten en verplichtingen uit levensverzekering, gesloten vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor, aan een andere levensverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor.
2.
Voorzover levensverzekeringen als bedoeld in het eerste lid door middel van het verrichten van diensten naar een andere lidstaat zijn gesloten, kan de levensverzekeraar rechten en verplichtingen onder de in de aanhef van het eerste lid gestelde voorwaarde tevens overdragen aan een andere levensverzekeraar met zetel in een staat die geen lidstaat is in het kader van diens bedrijfsuitoefening vanuit een in die lidstaat gelegen bijkantoor.
3.
In afwijking van het eerste en tweede lid kunnen levensverzekeraars, niet zijnde verzekeraars met beperkte risico-omvang, met zetel in een staat die geen lidstaat is hun rechten en verplichtingen uit een individuele levensverzekering op schriftelijk verzoek van de verzekeringnemer overdragen.
4.
Op een overdracht als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde ingevolge de artikelen 3:116, 3:119 en 3:120, eerste tot en met vierde lid en achtste lid, van overeenkomstige toepassing.