Einde inhoudsopgave
Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2006
- Bronpublicatie:
17-06-2002, Trb. 2002, 143 (uitgifte: 09-08-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2006, Trb. 2006, 85 (uitgifte: 19-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
De bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en de betreffende binnenlandse wetgeving zijn van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.
2.
Alvorens een partij vrijwaringsmaatregelen toepast, als gedefinieerd door de internationale regels, verstrekt de partij die voornemens is dergelijke maatregelen te nemen, het Associatiecomité alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Teneinde een dergelijke oplossing te vinden voeren de partijen onverwijld overleg in het Associatiecomité. Indien de partijen niet binnen dertig dagen na de aanvang van dit overleg tot overeenstemming komen over een oplossing waarbij de toepassing van vrijwaringsmaatregelen kan worden vermeden, kan de partij die voornemens is vrijwaringsmaatregelen te nemen, de bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen toepassen.
3.
Indien krachtens dit artikel vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, kiezen de partijen bij voorrang maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst het minst verstoren.
4.
De vrijwaringsmaatregelen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van het Associatiecomité, dat hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder met het oog op opheffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden zulks toelaten.