NJB 2013/155
Een getuige die onaangekondigd ter terechtzitting verschijnt nadat bij de aanvang van de behandeling van de zaak door de voorzitter is vastgesteld welke personen ter terechtzitting zijn verschenen, geldt niet als ‘een meegebrachte getuige’ in de zin van art. 287 lid 2 Sv; noodzakelijkheidscriterium van toepassing. A-G: anders
HR 18-12-2012, ECLI:NL:HR:2012:BY5303
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2012
- Magistraten
(Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma, J. Wortel en V. van den Brink)
- Zaaknummer
11/02291
- LJN
BY5303
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BY5303, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BY5303, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Een getuige die onaangekondigd ter terechtzitting verschijnt nadat bij de aanvang van de behandeling van de zaak door de voorzitter is vastgesteld welke personen ter terechtzitting zijn verschenen, geldt niet als ‘een meegebrachte getuige’ in de zin van art. 287 lid 2 Sv; noodzakelijkheidscriterium van toepassing. A-G: anders
Partij(en)
Uitspraak
Inleiding
In deze zaak wijst de raadsman op een ‘meegebrachte getuige’ nadat de voorzitter de zaak tegen de verdachte heeft doen uitroepen, de personalia van de verdachte met deze heeft doorgenomen, hem vervolgens heeft vermaand oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen, hem de cautie heeft gegeven, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.