NJB 2017/1042
Maken van foto’s op de openbare weg van een persoon met het oog op opsporing: in casu kon het hof oordelen dat art. 3 Politiewet 2012, mede gelet op de geringe inbreuk op de privacy van de verdachte, als wettelijke basis kon dienen voor het nemen van een foto van de verdachte op de openbare weg. De politie is ook in gevallen waarin (nog) niet een verdenking bestaat als bedoeld in art. 27 Sv, bevoegd tot handelen overeenkomstig de haar in art. 3 Politiewet 2012 opgedragen taak
HR 18-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:725
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
16/02186
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Privacy / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:725, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:301, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑07‑2016
- Wetingang
(art. 3 Politiewet 2012)
Essentie
Maken van foto’s op de openbare weg van een persoon met het oog op opsporing: in casu kon het hof oordelen dat art. 3 Politiewet 2012, mede gelet op de geringe inbreuk op de privacy van de verdachte, als wettelijke basis kon dienen voor het nemen van een foto van de verdachte op de openbare weg. De politie is ook in gevallen waarin (nog) niet een verdenking bestaat als bedoeld in art. 27 Sv, bevoegd tot handelen overeenkomstig de haar in art. 3 Politiewet 2012 opgedragen taak
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – diverse diefstaldelicten.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.