De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.6:4.6 Punitief en definitief karakter: de Toelichting bij art. 600 sub b Rv
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/4.6
4.6 Punitief en definitief karakter: de Toelichting bij art. 600 sub b Rv
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS381569:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Hierboven bleek in par. 3.4.4 dat uit de Toelichting bij art. 600 sub b Rv afgeleid zou kunnen worden dat de definitieve verbeurte van dwangsommen in de visie van de wetgever wel degelijk een kwalificatie als bestraffing meebrengt. Blijkens die Toelichting wordt immers de lijfsdwang een definitief karakter onthouden om deze niet tot strafmaatregel te laten verworden. De wetgever trekt uit de bedoelde opmerking echter niet de conclusie dat de dwangsomveroordeling een punitief karakter moet worden toegedicht. In tegendeel: de Toelichting brengt juist tot uitdrukking dat de lijfsdwang, 'net zomin als de dwangsomveroordeling', tot strafmaatregel moet verworden. De opvatting van de wetgever luidt dus (ondanks de verwarrende passage in de Toelichting) niet dat het definitief karakter van de dwangsom meebrengt dat deze als strafmaatregel moet worden beschouwd.