NJB 2020/2733:Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Primaire dekkingsomschrijving. Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Een verzekerde heeft pijn- en gewrichtsklachten. De verzekeraar staakt uitkering op de grond dat er geen medisch objectiveerbare stoornissen in relatie tot ziekte zijn vastgesteld en de verzekerde daarom niet arbeidsongeschikt is in de zin van de polisvoorwaarden. Hoge Raad: Het weigeren van een vergoeding die buiten de verzekeringsdekking valt, kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn indien zich bijzondere omstandigheden voordoen die dat oordeel rechtvaardigen. De aangevoerde omstandigheden brengen echter niet mee dat het beroep op de polisvoorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De verzekeraar was vrij in de keuze om medisch objectiveerbare stoornissen die niet zijn te herleiden tot een (herkenbaar en benoembaar) ziektebeeld, van dekking uit te sluiten. Een beroep op de primaire dekkingsomschrijving kan niet met succes worden afgeweerd met de stelling dat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is omdat de redenen waarom de verzekeraar een bepaalde gebeurtenis niet wil verzekeren zich in het concrete geval niet voordoen