WR 2020/66
Woonruimte: duurzame gemeenschappelijke huishouding moeder en zoon; voortzetting huur
Hof Amsterdam 10-12-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4413
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
10 december 2019
- Magistraten
Mrs. J.C. Toorman, M.A. Wabeke, H.M.M. Steenberghe
- Zaaknummer
200.245.957/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2019:4413, Uitspraak, Hof Amsterdam, 10‑12‑2019
- Wetingang
(Art. 7:268 lid 2 BW)
Essentie
Woonruimte: duurzame gemeenschappelijke huishouding moeder en zoon; voortzetting huur
Samenvatting
Na overlijden van zijn moeder wil de inwonende zoon de huur van de woning voortzetten.
Het hof overweegt dat voor de beantwoording van de vraag of een duurzame gemeenschappelijke huishouding bestaat, zowel objectieve als subjectieve factoren van belang zijn. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan een samenleven van een kind en een ouder na het zelfstandig worden van het kind worden aangemerkt als een blijvende samenwoning met een gemeenschappelijke huishouding, ook indien een volwassen kind terugkeert naar de ouderlijke woning. Betekenis komt toe aan de wederkerigheid in de relatie tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.