Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds
Artikel 200 Maatregelen aan grens
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 210 (uitgifte: 11-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 88 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Onverminderd artikel 75 van deze overeenkomst en bijlage XIII bij deze overeenkomst, legt dit artikel de algemene beginselen van deze overeenkomst neer inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douaneautoriteiten en de op de douaneautoriteiten van de partijen rustende verplichtingen om samen te werken.
2.
Bij de tenuitvoerlegging van grensmaatregelen voor de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten waarborgen de partijen de consistentie met hun verplichtingen in het kader van GATT 1994 en de TRIPs-Overeenkomst.
3.
De bepalingen van dit artikel inzake grensmaatregelen zijn van procedurele aard. Zij stellen de voorwaarden en procedures vast voor optreden door de douaneautoriteiten wanneer er een vermoeden bestaat dat goederen die onder douanetoezicht zijn of hadden moeten zijn geplaatst, inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht. Zij doen geenszins afbreuk aan het materiële recht van de partijen inzake intellectuele eigendom.
4.
Om de effectieve handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te vergemakkelijken, stellen de douaneautoriteiten een reeks benaderingen vast om zendingen te identificeren die goederen bevatten waarvoor een vermoeden bestaat dat zij inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten. Tot deze benaderingen behoren risicoanalysetechnieken die onder andere zijn gebaseerd op door de houders van een recht verstrekte informatie, verzamelde informatie en vrachtinspecties.
5.
De partijen komen overeen artikel 69 van de TRIPs-Overeenkomst doeltreffend ten uitvoer te leggen met betrekking tot de internationale handel in goederen waarvoor een vermoeden bestaat dat zij inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten. Hiertoe stellen de partijen contactpunten bij hun douaneautoriteiten in en geven de andere partij daarvan kennis en zijn zij bereid informatie uit te wisselen over de handel in dergelijke goederen die beide partijen raakt. Zij bevorderen in het bijzonder de uitwisseling van informatie en de samenwerking tussen de douaneautoriteiten met betrekking tot de handel in nagemaakte merkartikelen en onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust. Onverminderd protocol II inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden bij deze overeenkomst wisselen de douaneautoriteiten deze informatie in voorkomend geval snel en met inachtneming van de gegevensbeschermingswetgeving van de partijen uit.
6.
De douaneautoriteiten van elke partij werken, op verzoek of op eigen initiatief, samen om relevante beschikbare informatie te verstrekken aan de douaneautoriteiten van de andere partij, in het bijzonder voor goederen in doorvoer door het grondgebied van een partij die bestemd zijn voor (of van oorsprong zijn uit) de andere partij.
7.
Het in artikel 74 van deze overeenkomst bedoelde subcomité stelt de nodige praktische regelingen vast met betrekking tot de uitwisseling van gegevens en informatie als bedoeld in dit artikel.
8.
Protocol II inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden bij deze overeenkomst is van toepassing op inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, onverminderd vormen van samenwerking die voortvloeien uit de toepassing van de leden 5 tot en met 7 van dit artikel.
9.
Het in artikel 74 van deze overeenkomst bedoelde subcomité treedt op als het verantwoordelijke comité om te zorgen voor de goede werking en uitvoering van dit artikel.