RN 2020/43
Openbare registers. Wordt een latere verkrijger te goeder trouw beschermd tegen niet-vermelding van bestaande hypotheekrechten in ruilverkavelingsakte en openbare registers?
HR 20-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:484
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/00261
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200084:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Inrichting landelijk gebied
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:484, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Openbare registers. Hypotheek. Ruilverkaveling.
Wordt een latere verkrijger te goeder trouw beschermd tegen niet-vermelding van bestaande hypotheekrechten in ruilverkavelingsakte en openbare registers?
Samenvatting
Betrokkene is eigenaar van een woonboerderij waarop hij ten behoeve van de Rabobank een eerste, tweede en derde hypotheekrecht heeft gevestigd. In 2010 heeft betrokkene ten behoeve van A. B.V. een vierde hypotheekrecht gevestigd. In 2011 is de ter plaatse lopende ruilverkaveling afgerond. In de notariële akte van toedeling (ruilverkavelingsakte) zijn ten aanzien van de woonboerderij zeven bezwaringen vermeld waaronder de hiervoor vermelde hypothecaire inschrijving ten behoeve van A. B.V. De eerste drie hypothecaire inschrijvingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.