V-N 2019/16.26
Unierechtelijk verdedigingsbeginsel verplicht niet tot hoorgesprek
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:393, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Hilten
- Zaaknummer
18/01157
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS33955:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
ECLI:NL:HR:2019:393, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de heer X in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van de mogelijkheid om zijn standpunt over de voorgenomen BPM-naheffing kenbaar te maken. X is namelijk uitgenodigd om zijn standpunt over het voorgenomen besluit schriftelijk kenbaar te maken, zodat hij niet uitgenodigd hoefde te worden voor een hoorgesprek.
Samenvatting
De heer X koopt een Mercedes-Benz CLS 5.5 AMG die afkomstig is uit een andere EU-lidstaat. In geschil is of de inspecteur terecht een bpm-naheffingsaanslag heeft opgelegd van (uiteindelijk) € 698. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch strekt het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel niet verder dan dat de geadresseerde van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.