NJ 2016/394
Ontslag op staande voet; niet-inachtneming opzegtermijn; kennelijk onredelijk ontslag; samenloop van gefixeerde schadevergoeding ex art. 7:680 BW en passende schadevergoeding ex art. 7:681 BW; vrijheid rechter. Devolutieve werking appel; bewijsaanbod.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/00669
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
E. Verhulp
- LJN
BZ5360
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110780:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5360, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2012
- Wetingang
Essentie
Ontslag op staande voet; niet-inachtneming opzegtermijn; kennelijk onredelijk ontslag; samenloop van gefixeerde schadevergoeding ex art. 7:680 BW en passende schadevergoeding ex art. 7:681 BW; vrijheid rechter. Devolutieve werking appel; bewijsaanbod.
De devolutieve werking van het appel brengt mee dat het hof, toen het de grieven van de werknemer gegrond bevond, het in eerste aanleg gedane bewijsaanbod van de werkgever alsnog diende te behandelen. Het hof heeft echter (onbestreden in cassatie) geoordeeld dat de werkgever haar stellingen tegenover de gemotiveerde betwisting van de werknemer onvoldoende heeft toegelicht, zodat het hof aan het gedane bewijsaanbod niet ...