Einde inhoudsopgave
Tabaks- en rookwarenregeling
Artikel 3.15 Bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 23-01-2020
- Bronpublicatie:
19-12-2019, Stcrt. 2020, 1936 (uitgifte: 13-01-2020, regelingnummer: 1628176-200187-WJZ)
- Inwerkingtreding
23-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2020, Stb. 2020, 10 (uitgifte: 22-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 04-12-2019, Stb. 478.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
De verklaring, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem wordt verstrekt aan de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet. Deze inspecteur krijgt op verzoek toegang tot de registratiegegevens, bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.
2.
Wanneer de Minister encryptie of compressie gebruikt bij het genereren van eenheids-unieke identificatiemarkeringen als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem, wordt de inspecteur, bedoeld in het eerste lid, in kennis gesteld van de daarvoor gebruikte algoritmen.
3.
De inspecteur, bedoeld in het eerste lid, kan in naar behoren gemotiveerde gevallen de Minister verzoeken een marktdeelnemersidentificatiecode als bedoeld in artikel 15, vierde lid, een faciliteitsidentificatiecode als bedoeld in artikel 17, vierde lid, of een machine-identificatiecode als bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem, te deactiveren.
4.
De inspecteur, bedoeld in het eerste lid, krijgt toegang tot het gegevensopslagsysteem, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel k, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem. De inspecteur is tevens bevoegd op verzoek automatische statusberichten te ontvangen als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel f, en downloads uit te voeren als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel l, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.
5.
De meldingen, bedoeld in artikel 35, vijfde en zevende lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem en artikel 8, vierde en zesde lid, van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk, worden gedaan aan de Minister.