Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie
Bijlage B-01 Papieren standaardaangiften — Te gebruiken toelichtingen en formulieren
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 101).
- Bronpublicatie:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-07-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2446)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
Titel I. Algemene bepalingen
Artikel 1. Gegevensvereisten voor papieren douaneaangiften
De papieren douaneaangifte bevat de in bijlage B vermelde gegevens en gaat vergezeld van de in artikel 163 van het wetboek bedoelde bewijsstukken.
Artikel 2. Gebruik van de papieren douaneaangifte
(1)
De papieren douaneaangifte wordt aangeboden in sets die het aantal exemplaren bevatten dat nodig is voor het vervullen van de formaliteiten voor de douaneregeling waaronder de goederen worden geplaatst.
(2)
Wanneer de regeling Uniedouanevervoer of de regeling gemeenschappelijk douanevervoer wordt voorafgegaan of gevolgd door een andere douaneregeling, kan een set worden aangeboden met het aantal exemplaren dat nodig is voor het vervullen van de formaliteiten voor de regeling douanevervoer en de voorafgaande of volgende douaneregeling.
(3)
De in de leden 1 en 2 bedoelde sets worden samengesteld uit een volledige reeks van acht exemplaren, overeenkomstig het model in titel III van deze bijlage.
(4)
De aangifteformulieren kunnen in voorkomend geval worden aangevuld met één of meer aanvullende formulieren die worden aangeboden in sets die de aangifte-exemplaren bevatten die nodig zijn voor het vervullen van de formaliteiten voor de douaneregeling waaronder de goederen worden geplaatst. De exemplaren die nodig zijn voor het vervullen van de formaliteiten van voorafgaande of volgende douaneregelingen kunnen eventueel worden bijgevoegd.
Deze sets worden samengesteld uit een reeks van acht exemplaren, overeenkomstig het model in titel IV van deze bijlage.
De aanvullende formulieren maken onlosmakelijk deel uit van het enig document waarop ze betrekking hebben.
(5)
De toelichtingen op de papieren douaneaangiften die zijn vastgesteld op basis van het enig document, zijn opgenomen in titel II.
Artikel 3. Gebruik van de papieren aangifte voor opeenvolgende regelingen
(1)
Bij toepassing van artikel 2, lid 2, van deze bijlage verbindt elke belanghebbende zich slechts voor de gegevens die verband houden met de regeling die hij heeft gevraagd in zijn hoedanigheid van aangever, houder van de regeling douanevervoer of als de vertegenwoordiger voor een van die twee.
(2)
Voor de toepassing van lid 1 moet de aangever, wanneer hij gebruik maakt van een enig document dat tijdens de vorige douaneregeling is afgegeven, vóór het indienen van zijn aangifte voor de hem betreffende vakken nagaan of de bestaande gegevens juist zijn en of ze toepasbaar zijn op de betrokken goederen en de aangevraagde regeling, en moet hij deze gegevens zo nodig aanvullen.
In de in de eerste alinea bedoelde gevallen deelt de aangever elk verschil dat door hem tussen de betrokken goederen en de bestaande gegevens wordt vastgesteld, onmiddellijk mee aan het douanekantoor waar de aangifte is ingediend. In dat geval stelt de aangever zijn aangifte op nieuwe exemplaren van het formulier van het enig document op.
(3)
Wanneer het enig document voor verschillende opeenvolgende douaneregelingen wordt gebruikt, vergewissen de douaneautoriteiten zich ervan dat de vermeldingen in de aangiften met betrekking tot de verschillende betrokken regelingen met elkaar overeenstemmen.
Artikel 4. Speciaal gebruik van de papieren douaneaangifte
Artikel 1, lid 3, van het wetboek is van overeenkomstige toepassing op papieren aangiften. De in de artikelen 1 en 2 van deze bijlage bedoelde formulieren worden daartoe ook gebruikt voor de handel in Uniegoederen naar, vanuit of tussen gebieden met een bijzonder fiscaal regime.
Artikel 5. Uitzonderingen
De bepalingen van deze onderafdeling doen geen afbreuk aan het drukken van papieren douaneaangiften en documenten ten bewijze van de douanestatus van Uniegoederen van niet onder de regeling intern Uniedouanevervoer vervoerde goederen via systemen voor automatische gegevensverwerking, op blanco papier, onder door de lidstaten vast te stellen voorwaarden.
Titel II. Aantekeningen
Hoofdstuk 1. Algemene omschrijving
(1)
De papieren douaneaangifte wordt gedrukt op zelfkopiërend papier dat zodanig is gelijmd dat het goed te beschrijven is, en dat ten minste 40 g/m2 weegt. Het papier moet zo ondoorzichtig zijn dat de tekst op de ene zijde de leesbaarheid van de tekst op de andere zijde niet vermindert en moet zo stevig zijn dat het bij normaal gebruik niet scheurt of kreukt.
(2)
Dit papier is wit voor alle exemplaren. In de exemplaren voor Uniedouanevervoer (1, 4 en 5) hebben de vakken 1 (eerste en derde deelvak), 2, 3, 4, 5, 6, 8, 15, 17, 18, 19, 21, 25, 27, 31, 32, 33 (eerste deelvak links), 35, 38, 40, 44, 50, 51, 52, 53, 55 en 56 echter een groene onderdruk.
De formulieren worden in het groen bedrukt.
(3)
De afmetingen van de vakken zijn horizontaal op 1/10 duim (inch) en verticaal op 1/6 duim (inch) gebaseerd. De afmetingen van de onderverdelingen van de vakken zijn horizontaal op 1/10 duim (inch) gebaseerd.
(4)
De verschillende exemplaren van de formulieren worden met de volgende kleuren gemerkt op de formulieren, overeenkomstig de modellen in de titels III en IV van deze bijlage:
- —
de exemplaren nrs. 1, 2, 3 en 5 hebben aan de rechterzijde een doorlopende kantlijn waarvan de kleur respectievelijk rood, groen, geel en blauw is;
- —
de exemplaren nrs. 4, 6, 7 en 8 hebben aan de rechterzijde een niet doorlopende kantlijn waarvan de kleur respectievelijk blauw, rood, groen en geel is.
(5)
In hoofdstuk 1 van titel V van deze bijlage zijn de exemplaren opgenomen waarop de gegevens die op de in de titels III en IV van deze bijlage opgenomen formulieren zijn opgenomen, door middel van een zelfkopiërend procedé moeten worden doorgeschreven.
(6)
De afmetingen van de formulieren zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan.
(7)
De douaneadministraties van de lidstaten kunnen eisen dat de naam en adresgegevens van de drukker op de formulieren zijn vermeld of dat deze van een teken zijn voorzien aan de hand waarvan de drukker kan worden geïdentificeerd. Zij kunnen het drukken van de formulieren bovendien van een voorafgaande technische goedkeuring afhankelijk stellen.
(8)
De gebruikte formulieren en aanvullende formulieren bestaan uit de exemplaren die nodig zijn voor het vervullen van de formaliteiten van één of meer douaneregelingen en worden gekozen uit een set van acht exemplaren:
- —
exemplaar 1 wordt bewaard door de autoriteiten van de lidstaat waar de formaliteiten bij uitvoer (verzending) of Uniedouanevervoer worden vervuld;
- —
exemplaar 2 wordt gebruikt voor statistische doeleinden door de lidstaat van uitvoer. Dit exemplaar kan eveneens worden gebruikt voor de statistiek van de lidstaat van verzending in het geval van handelsverkeer tussen delen van het douanegebied van de Unie met verschillende belastingstelsels;
- —
exemplaar 3 is bestemd voor de exporteur, na visering door de douane;
- —
exemplaar 4 wordt bewaard door het kantoor van bestemming bij Uniedouanevervoer of als document ten bewijze van de douanestatus van Uniegoederen;
- —
exemplaar 5 is het terugzendingsexemplaar voor de regeling Uniedouanevervoer;
- —
exemplaar 6 wordt bewaard door de autoriteiten van de lidstaat waar de formaliteiten bij invoer worden vervuld;
- —
exemplaar 7 wordt gebruikt voor statistische doeleinden door de lidstaat van invoer. Dit exemplaar kan eveneens worden gebruikt voor de statistiek van de lidstaat van invoer in het geval van handelsverkeer tussen delen van het douanegebied van de Unie met verschillende belastingstelsels;
- —
exemplaar 8 is bestemd voor de geadresseerde.
Verschillende combinaties van exemplaren zijn dus mogelijk, bv.:
- —
uitvoer, passieve veredeling of wederuitvoer: exemplaren 1, 2 en 3;
- —
Uniedouanevervoer: exemplaren 1, 4 en 5;
- —
douaneregelingen bij invoer: exemplaren 6, 7 en 8.
(9)
Daarnaast kan de douanestatus van Uniegoederen overeenkomstig artikel 125 via een schriftelijk bewijs op een exemplaar 4 worden aangetoond.
(10)
Marktdeelnemers kunnen de sets laten drukken die overeenkomen met de door hen gemaakte keuze, voor zover het gebruikte formulier in overeenstemming is met het officiële model.
Elke set moet zodanig zijn samengesteld dat wanneer voor beide betrokken lidstaten eenzelfde gegeven moet worden ingevuld, dit door de exporteur of de houder van de regeling douanevervoer rechtstreeks op exemplaar 1 wordt vermeld en via de chemische behandeling die het papier heeft ondergaan op alle exemplaren wordt doorgeschreven. Wanneer daarentegen om een of andere reden (met name wanneer naargelang de fase waarin de goederenbeweging zich bevindt andere gegevens moeten worden ingevuld) een gegeven niet van de ene lidstaat naar de andere moet worden doorgegeven, mag dit gegeven uitsluitend op de betrokken exemplaren worden doorgeschreven.
(11)
Wanneer overeenkomstig artikel 5 van deze bijlage aangiften tot plaatsing van goederen onder een douaneregeling of tot wederuitvoer, of documenten waarmee de douanestatus van Uniegoederen wordt aangetoond van goederen die niet onder de regeling intern Uniedouanevervoer worden vervoerd, met behulp van openbare of particuliere systemen voor automatische gegevensverwerking op blanco papier worden gesteld, moet aan alle vormvereisten van het douanewetboek van de Unie of van deze verordening worden voldaan, ook wat de ommezijde van het formulier betreft (voor de in het kader van de regeling Uniedouanevervoer gebruikte exemplaren), met uitzondering van:
- —
de kleur van de drukinkt,
- —
het gebruik van cursief gedrukte tekst,
- —
de onderdruk van de vakken die betrekking hebben op Uniedouanevervoer.
Hoofdstuk 2. Gegevensvereisten
De formulieren bevatten een aantal vakken waarvan naargelang de gevraagde douaneregeling(en) maar een deel wordt gebruikt.
Onverminderd de toepassing van vereenvoudigde procedures zijn de voor elke regeling in te vullen vakken opgenomen in de tabel met gegevensvereisten in titel I van bijlage B. De specifieke bepalingen met betrekking tot elk vak dat overeenkomt met de in titel II van bijlage B omschreven gegevenselementen, doen geen afbreuk aan de status van de betrokken gegevenselementen.
Formaliteiten tijdens het vervoer
Het is mogelijk dat tussen het tijdstip waarop de goederen het kantoor van uitvoer en/of vertrek verlaten en het tijdstip waarop ze bij het kantoor van bestemming aankomen bepaalde gegevens moeten worden vermeld op de exemplaren van het enig document die de goederen vergezellen. Deze gegevenselementen hebben betrekking op het vervoer en moeten tijdens het vervoer op het document worden ingevuld door de vervoerder die verantwoordelijk is voor het vervoermiddel waarop of waarin de goederen rechtstreeks zijn geladen. De gegevens mogen op leesbare wijze met de hand worden toegevoegd; in dat geval moet het formulier in inkt en in blokletters worden ingevuld. Deze gegevenselementen worden uitsluitend op de exemplaren 4 en 5 vermeld en hebben betrekking op de volgende vakken:
- —
Overlading (55)
- —
Andere voorvallen tijdens het vervoer (56)
Hoofdstuk 3. Gebruiksaanwijzing van de formulieren
Wanneer de gebruikte set minstens één exemplaar bevat dat in een andere lidstaat zal worden gebruikt, moeten de formulieren met de schrijfmachine of door middel van een mechanografisch of soortgelijk procedé worden ingevuld. Ter vereenvoudiging van het invullen met de schrijfmachine moet het formulier zo worden ingevoerd dat de eerste letter van het in vak 2 te vermelden gegeven in het daarvoor bestemde positievakje in de linkerbovenhoek komt te staan.
Wanneer alle exemplaren van de gebruikte set bestemd zijn om in dezelfde lidstaat te worden gebruikt, mogen ze, voor zover deze lidstaat dit toestaat, op leesbare wijze met de hand, in inkt en in blokletters worden ingevuld. Dit geldt eveneens voor de gegevens die worden vermeld op de exemplaren die voor de regeling Uniedouanevervoer worden gebruikt.
In de formulieren mogen geen schrappingen noch overschrijvingen voorkomen. Wijzigingen moeten worden aangebracht door de onjuiste gegevens door te halen en de gewenste gegevens toe te voegen. Elke aldus aangebrachte wijziging moet worden goedgekeurd door degene die deze heeft aangebracht, en uitdrukkelijk door de bevoegde autoriteiten worden geviseerd. Deze kunnen zo nodig eisen dat een nieuwe aangifte wordt ingediend.
Daarnaast is het toegestaan dat de formulieren met behulp van een reproductietechniek, in plaats van met de bovengenoemde technieken, worden ingevuld. Ze mogen eveneens met behulp van een reproductietechniek worden vervaardigd en ingevuld, mits aan de vereisten inzake model en afmetingen, te gebruiken taal, leesbaarheid en aanbrengen van wijzigingen wordt voldaan en het verbod inzake schrappingen en overschrijvingen strikt in acht wordt genomen.
Slechts de genummerde vakken worden, indien van toepassing, door marktdeelnemers ingevuld. De met een hoofdletter aangeduide vakken zijn uitsluitend voor intern gebruik door de administraties bestemd.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1, lid 3, van het wetboek moet op de exemplaren die in het kantoor van uitvoer/verzending of van vertrek blijven, de originele handtekening van de betrokkenen voorkomen.
Door het indienen van een door hem ondertekende aangifte bij een douanekantoor geeft de aangever of zijn vertegenwoordiger de wens te kennen de betrokken goederen voor de gevraagde regeling aan te geven. Onverminderd de eventuele toepassing van strafbepalingen verbindt hij zich, overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen van de lidstaten, ten aanzien van:
- —
de juistheid van de in de aangifte voorkomende gegevens,
- —
de echtheid van de bijgevoegde documenten, en
- —
de naleving van alle verplichtingen in verband met de plaatsing van de betrokken goederen onder de gevraagde regeling.
Bij Uniedouanevervoer verbindt de handtekening van de houder van de regeling douanevervoer of, in voorkomend geval, zijn gemachtigde vertegenwoordiger, hem ten aanzien van alle gegevens in verband met het Uniedouanevervoer overeenkomstig de bepalingen inzake Uniedouanevervoer die in het douanewetboek van de Unie, in deze verordening en in titel I van bijlage B zijn vastgesteld.
Behoudens het bepaalde in hoofdstuk 4 mag in een vak dat niet hoeft te worden ingevuld, geen enkele vermelding of teken voorkomen.
Hoofdstuk 4. Toelichtingen op de aanvullende formulieren
A
Aanvullende formulieren mogen slechts worden gebruikt wanneer de aangifte op meerdere artikelen betrekking heeft (zie vak 5). Ze moeten samen met een IM, EX, EU of CO formulier worden overgelegd.
B
De aanwijzingen in deze titel zijn ook van toepassing op de aanvullende formulieren.
Hierbij wordt echter het volgende opgemerkt:
- —
de afkortingen ‘IM/c’, ‘EX/c’ of ‘EU/c’ (of indien van toepassing ‘CO/c’) moeten in het eerste deelvak van vak 1 worden ingevuld, maar deze afkortingen worden niet vermeld wanneer:
- —
het formulier uitsluitend voor Uniedouanevervoer wordt gebruikt, in welk geval in het derde deelvak van vak 1 ‘T1 bis’, ‘T2 bis’, ‘T2Fbis’ of ‘T2SMbis’ wordt ingevuld, naargelang de regeling Uniedouanevervoer die op de betrokken goederen van toepassing is;
- —
het formulier uitsluitend wordt gebruikt om de douanestatus van Uniegoederen te bewijzen, in welk geval in het derde deelvak van het vak, naargelang de status van de betrokken goederen ‘T2Lbis’, ‘T2LFbis’ of ‘T2LSMbis’ wordt ingevuld;
- —
de lidstaten kunnen bepalen dat vak 2/8 niet wordt ingevuld of uitsluitend het identificatienummer en/of de naam van de betrokkene mag bevatten;
- —
het gedeelte ‘samenvatting’ van vak 47 is bestemd voor de definitieve samenvatting van alle artikelen waarop de gebruikte IM en IM/c, EX en EX/c, EU en EU/c of CO en CO/c formulieren betrekking hebben. Dit vak wordt dus uitsluitend ingevuld op het laatste formulier van de bij een IM, EX, EU of CO document gevoegde IM/c, EX/c, EU/c of CO/c formulieren. Op deze plaats worden het totaal per type belasting en het totaal-generaal (TG) van de verschuldigde belastingen vermeld.
C
Wanneer aanvullende formulieren worden gebruikt:
- —
worden de niet-ingevulde vakken 31 (Colli en omschrijving van de goederen) doorgehaald zodat het niet mogelijk is om deze later te gebruiken;
- —
wanneer in het derde deelvak van vak 1 de afkorting ‘t’ is vermeld, moeten de vakken 32 (Artikelnummer), 33 (Goederencode), 35 (Brutomassa (kg)), 38 (Nettomassa (kg)), 40 (Summiere aangifte/Voorafgaande documenten) en 44 (Aanvullende informatie, overgelegde documenten, certificaten en vergunningen) van het eerste artikel op de aangifte voor douanevervoer worden doorgehaald en mogen de merken, nummers, aantal en soort van de colli en de omschrijving van de goederen niet in het eerste vak 31 (Colli en omschrijving van de goederen) van de aangifte worden vermeld. In het eerste vak 31 van de aangifte wordt het aantal aanvullende formulieren ingevuld waarop het teken T1 bis, T2 bis of T2Fbis voorkomt.
Titel III. Model van het enig document (set van acht exemplaren)
Titel IV. Model van het aanvullende formulier van het enig document (set van acht exemplaren)
Titel V. Opgave van de exemplaren van de in de titels III en IV opgenomen formulieren. Gegevens die op een exemplaar worden aangebracht verschijnen door middel van een zelfkopiërend procédé ook op de andere exemplaren
(uitgaande van exemplaar 1)
Nummer van het vak | Exemplaren |
---|---|
I. VAKKEN VOOR DE BELANGHEBBENDE | |
1 | 1 t/m 8 |
behalve deelvak midden: | |
1 t/m 3 | |
2 | 1 t/m 5 (1) |
3 | 1 t/m 8 |
4 | 1 t/m 8 |
5 | 1 t/m 8 |
6 | 1 t/m 8 |
7 | 1 t/m 3 |
8 | 1 t/m 5 (1) |
9 | 1 t/m 3 |
10 | 1 t/m 3 |
11 | 1 t/m 3 |
12 | - |
13 | 1 t/m 3 |
14 | 1 t/m 4 |
15 | 1 t/m 8 |
15a | 1 t/m 3 |
15b | 1 t/m 3 |
16 | 1, 2, 3, 6, 7 en 8 |
17 | 1 t/m 8 |
17a | 1 t/m 3 |
17b | 1 t/m 3 |
18 | 1 t/m 5 (1) |
19 | 1 t/m 5 (1) |
20 | 1 t/m 3 |
21 | 1 t/m 5 (1) |
22 | 1 t/m 3 |
23 | 1 t/m 3 |
24 | 1 t/m 3 |
25 | 1 t/m 5 (1) |
26 | 1 t/m 3 |
27 | 1 t/m 5 (1) |
28 | 1 t/m 3 |
29 | 1 t/m 3 |
30 | 1 t/m 3 |
31 | 1 t/m 8 |
32 | 1 t/m 8 |
33 | eerste deelvak links: 1 t/m 8 |
andere deelvakken: 1 t/m 3 | |
34a | 1 t/m 3 |
34b | 1 t/m 3 |
35 | 1 t/m 8 |
36 | - |
37 | 1 t/m 3 |
38 | 1 t/m 8 |
39 | 1 t/m 3 |
40 | 1 t/m 5 (1) |
41 | 1 t/m 3 |
42 | - |
43 | - |
44 | 1 t/m 5 (1) |
45 | - |
46 | 1 t/m 3 |
47 | 1 t/m 3 |
48 | 1 t/m 3 |
49 | 1 t/m 3 |
50 | 1 t/m 8 |
51 | 1 t/m 8 |
52 | 1 t/m 8 |
53 | 1 t/m 8 |
54 | 1 t/m 4 |
55 | - |
56 | - |
II. VAKKEN VOOR DE ADMINISTRATIE | |
A | 1 t/m 4 (2) |
B | 1 t/m 3 |
C | 1 t/m 8 (2) |
D | 1 t/m 4 |
Voetnoten
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
In geen geval kan van de gebruikers worden verlangd dat zij bij douanevervoer deze vakken op exemplaar nr. 5 invullen.
)De lidstaat van verzending kan bepalen of die gegevens op de bedoelde exemplaren worden vermeld.
De lidstaat van verzending kan bepalen of die gegevens op de bedoelde exemplaren worden vermeld.