NJ 2014/147
Geen belang in cassatie bij klacht over bevoegdheid rechter eerste aanleg.
HR 19-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1360, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/04811
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
T.M. Schalken
- JCDI
JCDI:ADS161806:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1360, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1310, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2012
- Wetingang
Essentie
Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg is aldaar door de op de voet van art. 279 Sv gemachtigde raadsman van de verdachte niet aangevoerd dat de zaak voor de kinderrechter vervolgd had dienen te worden. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat uit hetgeen in de cassatieschriftuur is aangevoerd niet kan blijken van enig in rechte te respecteren belang van de verdachte bij het onderhavige cassatieberoep, kan de verdachte niet worden ontvangen in dit beroep. Opmerking verdient nog dat in haar algemeenheid onjuist is de kennelijk aan het middel ten grondslag liggende opvatting dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.