NJ 2019/43
Beklag, beslag ex art. 94 Sv. Bij onherroepelijk arrest bewaring t.b.v. rechthebbende gelast. Maatstaf voor beklagrechter.
HR 18-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2333
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/02067
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124631:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2333, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op voorwerpen ten aanzien waarvan bij onherroepelijk arrest in de strafzaak de bewaring t.b.v. de rechthebbende is gelast. De beklagrechter dient te oordelen of klager redelijkerwijs moet worden aangemerkt als rechthebbende.
Samenvatting
De opvatting dat het hof het verzoek tot teruggave had moeten toetsen aan art. 353 Sv is niet juist. Art. 353 Sv richt zich tot de strafrechter die bij einduitspraak dient te beslissen over ex art. 94 Sv inbeslaggenomen voorwerpen ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven. Indien, zoals i.c., ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.