M en R 2015/70
Solvenol – nu wel – een afvalstof
ABRvS 10-12-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4474, m.nt. W.Th. Douma
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
10 december 2014
- Magistraten
Scholten-Hinloopen, Wortmann, Sevenster
- Zaaknummer
201403821/1/A4
- Noot
W.Th. Douma
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS920767:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4474, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 10‑12‑2014
- Wetingang
(art. 2 lid 4 en art. 3 Besluit organisch halogeengehalte van brandstoffen, art. 1.1, 9.2.2.1 en 10.60 lid 2 Wet milieubeheer, art. 2 onder 35, aanhef en onder a of b EVOA, art. 3 lid 1 en art. 5 lid 1 Kaderrichtlijn afvalstoffen 2008)
Essentie
Solvenol – nu wel – een afvalstof
Samenvatting
Een bedrijf produceert harsen uit aardoliedestillaten. Daarbij komen fracties met brandbare stoffen vrij die worden aangeduid Solvenol 3H. Solvenol 3H zou als brandstof kunnen worden gebruikt, maar het aangescherpte Besluit organisch halogeengehalte van brandstoffen (Bohb)verbiedt dit omdat het gehalte aanwezige organische halogeenverbindingen in Solvenol 3H meer dan 50 mg/kg bedraagt. De geproduceerde Solvenol 3H werd in opdracht van het bedrijf via loondestillatie gescheiden in een Top en een Bottom-stroom. De Top-stroom werd als octaanbooster verkocht aan een bedrijf in Singapore. De Bottom-stroom werd als energie-bron en viscositeit-verlager verkocht aan en uitgevoerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.