Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2022/2561 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen (codificatie)
Artikel 6 Getuigschrift van vakbekwaamheid dat als bewijs dient voor het behalen van de basiskwalificatie
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2561)
- Inwerkingtreding
12-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2561)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Een getuigschrift om een basiskwalificatie te bewijzen, kan worden uitgereikt in de volgende omstandigheden:
- a)Getuigschrift dat wordt uitgereikt op grond van het volgen van lessen en het afleggen van een examen
Overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt a), i), legt de lidstaat de aspirant-bestuurder de verplichting op lessen te volgen in een door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig deel 5 van bijlage I erkend opleidingscentrum, hierna ‘erkend opleidingscentrum’ genoemd. Die lessen hebben betrekking op alle op de lijst van deel 1 van bijlage I genoemde onderwerpen. Die opleiding wordt afgesloten met het met goed gevolg afleggen van het examen als bedoeld in deel 2, punt 2.1, van bijlage I. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, of de door hen aangewezen instanties, organiseren dit examen, dat ten doel heeft na te gaan of de aspirant-bestuurder over de overeenkomstig deel 1 van bijlage I vereiste kennis van de in dat deel bedoelde onderwerpen beschikt. Deze autoriteiten houden toezicht op dit examen, en reiken, indien het met goed gevolg is afgelegd, de bestuurder een getuigschrift ten bewijze van het behalen van een basiskwalificatie uit.
- b)Getuigschrift dat wordt uitgereikt op grond van examens
Overeenkomstig artikel 3, lid 1, punt a), ii), legt de lidstaat de aspirant-bestuurder de verplichting op te slagen voor het in deel 2, punt 2.2, van bijlage I bedoelde theorie- en praktijkexamen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, of de door hen aangewezen instanties, organiseren die examens, die ten doel hebben na te gaan of de aspirant-bestuurder over de overeenkomstig deel 1 van bijlage I vereiste kennis van de in dat deel bedoelde onderwerpen beschikt. Die autoriteiten of instanties houden toezicht op deze examens, en reiken, indien ze met goed gevolg zijn afgelegd, de bestuurder een getuigschrift ten bewijze van het behalen van een basiskwalificatie uit.
2. Getuigschrift ten bewijze van het versneld behalen van een basiskwalificatie
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, legt de lidstaat de aspirant-bestuurder de verplichting op lessen te volgen in een erkend opleidingscentrum. Die lessen hebben betrekking op alle op de lijst van deel 1 van bijlage I bedoelde onderwerpen.
Die opleiding wordt afgesloten met het examen, bedoeld in deel 3 van bijlage I. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, of de door hen aangewezen instanties, organiseren dit examen, dat ten doel heeft na te gaan of de aspirant-bestuurder over de overeenkomstig deel 1 van bijlage I vereiste kennis van de in dat deel bedoelde onderwerpen beschikt. Deze autoriteiten houden toezicht op dit examen, en reiken, indien het met goed gevolg is afgelegd, de bestuurder een getuigschrift ten bewijze van het versneld behalen van een basiskwalificatie uit.