NJ 2024/303
Klaagschrift niet op openbare raadkamerzitting behandeld i.v.m. COVID-19; geen cassatie bij gebrek aan belang.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1497
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03698 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS983372:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1497, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:735, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
Het klaagschrift is niet op een openbare raadkamerzitting maar schriftelijk behandeld en afgedaan. Geen cassatie bij gebrek aan belang, nu die afdoening verband houdt met de uitbraak van COVID-19 en de raadsman daarmee heeft ingestemd.
Samenvatting
De griffier van de rechtbank heeft aan klagers raadsman bij brief medegedeeld dat de rechtbank klaagschriften als het onderhavige i.v.m. ‘de maatregelen die de rechtbank heeft getroffen tegen verspreiding van het coronavirus’ in beginsel schriftelijk afdoet. In de brief is de raadsman gevraagd of hij akkoord gaat met zo’n schriftelijke afdoening en is gelegenheid geboden het klaagschrift nader te onderbouwen en te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.