Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Protocol inzake de meteorologische dienstverlening
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit protocol treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
behorende bij de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba)
De Nederlandse Antillen en Aruba (verder te noemen de landen) zijn onderling het navolgende overeengekomen:
A. Definities
Artikel 1
- a.
Meteorologische dienstverlening omvat o.m.:
- 1.
Het uitwisselen van weerrapporten en meteorologische voorlichting ten behoeve van de scheepvaart en de luchtvaart;
- 2.
het onderhouden van de nodige faciliteiten daartoe;
- 3.
meteorologische voorlichting aan persmedia en publiek in het algemeen;
- 4.
het opstellen van adviezen en waarschuwingen ten behoeve van landelijke (en eilandelijke) instanties, met name bij slechtweersituaties en tropische storingen;
- 5.
toegepast wetenschappelijk onderzoek en klimatologische informatie; en
- 6.
het onderhouden van contacten en samenwerking met landelijke (en eilandelijke) en internationale instanties en organisaties (zowel binnen de overheid als ten opzichte van de particuliere sector) en met buitenlandse meteorologische diensten en instellingen en overkoepelende regionale en internationale lichamen.
- b.
Internationale meteorologische regelingen:
De Conventie van de Wereld Meteorologische Organisatie (W.M.O.-Conventie), in het bijzonder de ‘Technical Regulations’;
De Conventie van de Internationale Organisatie voor de Burgerluchtvaart (I.C.A.O.-Conventie), in het bijzonder Annex 3 bij deze Conventie; en
De ‘Regional Air Navigation Plan’ (I.C.A.O.-Caribbean region).
- c.
Meteorologische faciliteiten:
meteorologische instrumentaria, waarnemingsprogramma's, meteorologische telecommunicatie, synoptische analyse, klimatologische verwerking, alsmede het verzorgen en begeleiden van de nodige vakopleidingen;
- d.
de landen: het land Aruba en het land de Nederlandse Antillen.
B. Wetgeving
Artikel 2
1
De landen nemen bij de meteorologische dienstverlening de bepalingen van de geldende internationale meteorologische regelingen in acht.
2
De landen kunnen nadere regelingen treffen met betrekking tot meteorologische dienstverlening, mits de regelingen niet in strijd zijn met de in lid 1 genoemde regelingen.
3
De landen stellen elkaar in kennis van eventuele voornemens om de in lid 2 aangegeven nadere regelingen ter zake van de meteorologische dienstverlening te wijzigen, uit te breiden of op te heffen, dan wel nieuwe regelingen in te voeren.
C. Operationele samenwerking tussen de landen
Artikel 3
1
De landen verplichten zich wederzijds — middels een daartoe te sluiten overeenkomst — tot het gezamenlijk verzorgen van de meteorologische dienstverlening op de Nederlandse Antillen en Aruba, waartoe gebruik wordt gemaakt van faciliteiten in beide landen.
2
Ten einde de meteorologische dienstverlening zo efficiënt mogelijk te verzorgen, zullen de landen — indien noodzakelijk of wenselijk — in gezamenlijk overleg beslissen tot aanpassing van de meteorologische faciliteiten.
D. Internationale samenwerking
Artikel 4
1
Inherent aan het internationale karakter van de meteorologische dienstverlening wordt het beleid ter zake voor het merendeel bepaald — in gezamenlijk overleg binnen de landen — door de Wereld Meteorologische Organisatie en voor wat betreft de luchtvaartmeteorologische dienstverlening tevens door de Internationale Organisatie voor de Burgerluchtvaart.
2
Het lidmaatschap van de Wereld Meteorologische Organisatie wordt door de landen de Nederlandse Antillen en Aruba gecontinueerd. De landen gaan een groepslidmaatschap aan onder artikel 3, lid d, van de Conventie van de Wereld Meteorologische Organisatie.
Ingevolge deze Conventie is het Hoofd van de gezamenlijke Meteorologische Dienst van de landen de Nederlandse Antillen en Aruba, qualitate qua gezamenlijk Permanente Vertegenwoordiger van de Nederlandse Antillen en Aruba bij deze organisatie.
3
Het lidmaatschap van de Internationale Organisatie voor de Burgerluchtvaart blijft een aangelegenheid onder verantwoordelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden.
4
Bestaande overeenkomsten worden na 1 januari 1986 gecontinueerd, zij het dat hun werkingssfeer wordt uitgestrekt tot de Nederlandse Antillen en Aruba.
5
Voor eventueel tot stand te brengen overeenkomsten is voorafgaand gezamenlijk overleg van de beide landen vereist.
E. Periodiek overleg tussen de landen
Artikel 5
Omtrent de uitvoering van de vorenstaande hoofdlijnen zal periodiek en wel minstens een maal per kalenderjaar tussen beide landen overleg gepleegd worden.
F. Slotbepaling
Artikel 6
Dit protocol treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Aruba (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba).
Ten blijke waarvan de landen dit protocol hebben opgemaakt, hetwelk dezelfde rechtskracht en waarde heeft als ware de bepalingen ervan opgenomen in de tekst van de Samenwerkingsregeling op welke het betrekking heeft.