Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid
Artikel V Inwerkingtreding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
29-03-2012, Stb. 2012, 198 (uitgifte: 08-05-2012, kamerstukken: 32878)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2012, Stb. 2012, 206 (uitgifte: 10-05-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderen
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid nabestaanden / Algemeen
1.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2.
Bij het vaststellen van het in het eerste lid genoemde tijdstip van inwerkingtreding wordt in acht genomen dat, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2011, artikel I of artikel IA voor personen die voor de datum van uitgifte van genoemd Staatsblad recht op kinderbijslag hebben, in werking treedt met ingang van de eerste dag van het kalenderkwartaal die gelegen is minstens zes kalendermaanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
3.
Bij het vaststellen van het in het eerste lid genoemde tijdstip van inwerkingtreding wordt in acht genomen dat, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2011 de artikelen II en IV voor personen die voor de datum van uitgifte van genoemd Staatsblad recht op een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet respectievelijk een uitkering op grond van artikel 62 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen hebben, in werking treden met ingang van de eerste dag van de kalendermaand die gelegen is minstens zes kalendermaanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.