Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst)
Bijlage 2 Technische normen voor bussen en touringcars
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2001, PbEG 2002, L 321 (uitgifte: 26-11-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Wegvervoer
Artikel 1
Vanaf de datum van inwerkingtreding van de Interbus-overeenkomst voor iedere overeenkomstsluitende partij, dienen bussen en touringcars die worden gebruikt voor ongeregeld internationaal vervoer van reizigers te voldoen aan de voorschriften van de volgende wetteksten:
- a)
Richtlijn 96/96/EG van de Raad van 20 december 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 46 van 17 februari 1997, blz. 1).
- b)
Richtlijn 92/6/EEG van de Raad van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 57 van 2 maart 1992, blz. 27).
- c)
Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 235 van 17 september 1996, blz. 59).
- d)
Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 370 van 31 december 1985, blz. 8), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2135/98 van de Commissie van 24 september 1998 (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 274 van 9 oktober 1998, blz. 1), of gelijkwaardige regels die zijn vastgesteld in het kader van de AETR-overeenkomst, met inbegrip van de protocollen daarvan.
Artikel 2
Vanaf de datum van inwerkingtreding van de Interbus-overeenkomst voor iedere overeenkomstsluitende partij, dienen andere overeenkomstsluitende partijen dan de Europese Gemeenschap voor bussen en touringcars die worden gebruikt voor ongeregeld internationaal vervoer van reizigers te voldoen aan de technische eisen van de volgende richtlijnen van de Europese Gemeenschap of gelijkwaardige reglementen van de VN-ECE inzake uniforme voorwaarden met betrekking tot de goedkeuring van nieuwe voertuigen en uitrusting daarvan.
Onderwerp | VN-ECE-Reglement/laatste wijziging | EG-richtlijn (oorspronkelijke — laatste) | Toepassingsdatum in de EU |
---|---|---|---|
Uitlaatgassen | 49/01 49/02, goedkeuring A 49/02, goedkeuring B | 88/77 91/542 stap 1 91/542 stap 2 96/1 | 1.10.1993 1.10.1996 |
Rook | 24/03 | 72/306 | 2.8.1972 |
Geluidsemissies | 51/02 | 70/157 84/424 92/97 | 1.10.1989 1.10.1996 |
Remsysteem | 13/09 | 71/320 88/194 91/422 98/12 | 1.10.1991 1.10.1994 |
Banden | 54 | 92/23 | 1.1.1993 |
Verlichtingsinstallatie | 48/01 | 76/756 91/663 97/28 | 1.1.1994 |
Artikel 3
Bussen en touringcars die voor de volgende vervoerdiensten worden gebruikt:
- a)
vervoer van een lidstaat van de Gemeenschap (Griekenland uitgezonderd) naar een overeenkomstsluitende partij bij Interbus;
- b)
vervoer van een overeenkomstsluitende partij bij Interbus naar een lidstaat van de Gemeenschap (Griekenland uitgezonderd);
- c)
vervoer van een overeenkomstsluitende partij bij Interbus naar Griekenland in transito door een andere lidstaat van de Gemeenschap, dat wordt verricht door vervoerondernemers die zijn gevestigd in een overeenkomstsluitende partij bij Interbus,
zijn onderworpen aan de volgende bepalingen:
- 1.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd vóór 1 januari 1980 kunnen niet voor het onder deze overeenkomst vallende ongeregeld vervoer worden gebruikt.
- 2.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1980 en 31 december 1981 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2000.
- 3.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1982 en 31 december 1983 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2001.
- 4.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1984 en 31 december 1985 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2002.
- 5.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1986 en 31 december 1987 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2003.
- 6.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1988 en 31 december 1989 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2004.
- 7.
Alleen bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd na 1 januari 1990 (EURO 0) kunnen worden gebruikt na 1 januari 2005.
- 8.
Alleen bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd na 1oktober 1993 (EURO 1) kunnen worden gebruikt na 1 januari 2007.
Artikel 4
Bussen en touringcars die voor de volgende vervoerdiensten worden gebruikt:
- a)
vervoer van Griekenland naar overeenkomstsluitende partijen bij Interbus;
- b)
vervoer van overeenkomstsluitende partijen bij Interbus naar Griekenland;
zijn onderworpen aan de volgende bepalingen:
- 1.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd vóór 1 januari 1980 kunnen niet voor het onder deze overeenkomst vallende ongeregeld vervoer worden gebruikt.
- 2.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1980 en 31 december 1981 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2000.
- 3.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1982 en 31 december 1983 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2001.
- 4.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1984 en 31 december 1985 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2003.
- 5.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1986 en 31 december 1987 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2005.
- 6.
Bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd tussen 1 januari 1988 en 31 december 1989 kunnen worden gebruikt tot uiterlijk 31 december 2007.
- 7.
Alleen bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd na 1 januari 1990 (EURO 0) kunnen worden gebruikt na 1 januari 2008.
- 8.
Alleen bussen en touringcars die voor de eerste maal zijn geregistreerd na 1 oktober 1993 (EURO 1) kunnen worden gebruikt na 1 januari 2010.
Artikel 5
Bussen en touringcars uit de Europese Gemeenschap die worden gebruikt in het bilaterale verkeer tussen Griekenland en andere lidstaten van de Europese Gemeenschap in transito door overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst, vallen niet onder deze voorschriften betreffende de technische normen maar onder de voorschriften van de Europese Gemeenschap.
Artikel 6
1
De bepalingen inzake de technische normen die zijn opgenomen in bilaterale overeenkomsten of regelingen tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap en overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst, met betrekking tot het bilaterale verkeer en het transitoverkeer, die stringenter zijn dan de voorschriften van deze overeenkomst, mogen tot 31 december 2006 worden toegepast.
2
De betrokken lidstaten van de Europese Gemeenschap en overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst stellen het Gemengd Comité van artikel 23 van de overeenkomst in kennis van de inhoud van dergelijke bilaterale overeenkomsten of regelingen.
Artikel 7
1
Een document dat dient als bewijsstuk voor de datum van de eerste registratie van het voertuig moet aan boord van het voertuig aanwezig zijn en op verzoek van een bevoegde controlefunctionaris worden overgelegd. Voor de toepassing van deze bijlage heeft de term ‘datum van de eerste registratie van het voertuig’ betrekking op de eerste registratie van het voertuig na de fabricage ervan. Wanneer deze registratiedatum niet bekend is wordt uitgegaan van de fabricagedatum.
2
Indien de originele motor van de bus is vervangen door een nieuwe motor, moet het in lid 1 van dit artikel bedoelde document worden vervangen door een document waaruit blijkt dat de nieuwe motor in overeenstemming is met de desbetreffende voorschriften inzake typegoedkeuring van artikel 3.
Artikel 8
1
Ongeacht de in artikel 1, onder a), van deze bijlage bedoelde bepalingen, kunnen overeenkomstsluitende partijen steekproeven houden om te controleren of de betrokken bussen en touringcars voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 96/96/EG. Voor de toepassing van deze bijlage worden onder ‘steekproeven’ onaangekondigde en daarom onverwachte controles van een bus of touringcar op het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij verstaan, die door de instanties langs de weg worden uitgevoerd.
2
Voor de in deze bijlage bedoelde controles langs de weg gebruiken de bevoegde instanties van de overeenkomstsluitende partijen de controlelijst van bijlage II a en II b. Een afschrift van de controlelijst, opgesteld door de instantie die de controle heeft uitgevoerd, wordt aan de bestuurder van de bus of touringcar gegeven en wordt op verzoek getoond om nadien, binnen een kort en onredelijk tijdsbestek volgende controles langs de weg te vereenvoudigen of te vermijden.
3
Indien de controleur van het voertuig van oordeel is dat het gebrek aan onderhoud van de bus of touringcar nader onderzoek rechtvaardigt, kan de bus of touringcar in een erkend controlecentrum overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 96/96/EG aan een test op verkeersgeschiktheid worden onderworpen.
4
Indien de bus of touringcar bij een steekproef niet blijkt te voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 96/96/EG en derhalve wordt geacht een ernstig risico voor de inzittenden en andere weggebruikers te vormen, kan de bus of touringcar onverwijld van gebruik op de openbare weg worden geweerd.
5
Controles langs de weg worden uitgevoerd zonder discriminatie op grond van nationaliteit, vestigingsplaats of plaats van registratie van bussen of touringcars respectievelijk bestuurders.