Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/490
Slagende bewijsklacht medeplegen schending staatsgeheim.
HR 31-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:769
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 maart 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01324
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:769, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:3073, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2014
Essentie
Slagende bewijsklacht medeplegen schending staatsgeheim.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 februari 2013, nummer 22/004636-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mrs. A.M. Seebregts, O.J. Much, beiden te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
Verdachte is bij arrest van 21 februari 2013 door het gerechtshof Den Haag wegens ‘medeplegen van een inlichting als bedoeld in artikel 98 van het Wetboek van Strafrecht opzettelijk openbaarmaken, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting betreft’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.