NJB 2014/684
Aanwezigheidsrecht en verstekverlenging wanneer na betekening van de appeldagvaarding doch voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting alsnog een adres van de verdachte bekend is geworden (vgl. HR 22 juni 2004, ECLI:NL HR:2004:AO9097, NJ 2004/607, r.o. 3.5): gelet op deze zich in casu voordoende omstandigheden niet zonder meer begrijpelijk oordeel dat geen reden bestond het onderzoek ter terechtzitting te schorsen teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen om alsnog in zijn tegenwoordigheid te worden berecht
HR 11-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:530
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/01255
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:530, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2014
- Wetingang
(Sv art. 280)
Essentie
Aanwezigheidsrecht en verstekverlenging wanneer na betekening van de appeldagvaarding doch voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting alsnog een adres van de verdachte bekend is geworden (vgl. HR 22 juni 2004, ECLI:NL HR:2004:AO9097, NJ 2004/607, r.o. 3.5): gelet op deze zich in casu voordoende omstandigheden niet zonder meer begrijpelijk oordeel dat geen reden bestond het onderzoek ter terechtzitting te schorsen teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen om alsnog in zijn tegenwoordigheid te worden berecht
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt over de beslissing van het hof tot het verlenen van verstek tegen de niet-verschenen verdachte. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.