FJR 2013/21
Uitleg echtscheidingsconvenant. Verdeling en toescheiding banksaldi; vergissing in definitieve tekst? Bewijsaanbod door overleggen correspondentie advocaten met betrekking tot concept-convenant ten onrechte als niet-relevant gepasseerd. Partij dient desgewenst uit zichzelf correspondentie in het geding te brengen, ook als het confraternele correspondentie betreft waarvoor toestemming is vereist
HR 09-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9204, m.nt. I.J. Pieters
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 maart 2012
- Zaaknummer
10/03970
- Noot
I.J. Pieters
- LJN
BU9204
- JCDI
JCDI:ADS913101:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU9204, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU9204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2010
- Wetingang
(art. 1:100 BW, art. 3:196 BW, art. 3:200 BW, art. 150 Rv)
Essentie
Uitleg echtscheidingsconvenant. Verdeling en toescheiding banksaldi; vergissing in definitieve tekst? Bewijsaanbod door overleggen correspondentie advocaten met betrekking tot concept-convenant ten onrechte als niet-relevant gepasseerd. Partij dient desgewenst uit zichzelf correspondentie in het geding te brengen, ook als het confraternele correspondentie betreft waarvoor toestemming is vereist
Uitspraak
Feiten
Partijen zijn gehuwd geweest en gescheiden. In het echtscheidingsconvenant dat door partijen op 2 april 2004 is ondertekend, staat in art. 3 onder 12 een drietal bankrekeningen ten name van de man genoemd als behorende tot de huwelijksgoederengemeenschap, welke gemeenschap in het convenant voor het overige wordt gescheiden en gedeeld. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.