AB 2016/200
Nuancering rechtspraak verbod van omgekeerde verticale rechtstreekse werking. Unie-recht als grondslag van nationale besluitvorming.
HR 18-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:442, m.nt. R. Ortlep en M.J.M. Verhoeven
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 2016
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, D.G. van Vliet, P. Lourens, E.N. Punt, L.F. van Kalmthout
- Zaaknummer
11/02825
- Noot
R. Ortlep en M.J.M. Verhoeven
- LJN
BW5440
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923721:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:442, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2016
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BW5440, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2013
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2012
ECLI:NL:PHR:2013:BW5440, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑08‑2011
- Wetingang
Art. 288 VWEU; richtlijn 6 (77/388/EEG), zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG; Wet OB 1968
Essentie
Nuancering rechtspraak verbod van omgekeerde verticale rechtstreekse werking. Unie-recht als grondslag van nationale besluitvorming.
Samenvatting
Uit de hiervoor onder 1 weergegeven verklaring voor recht volgt echter dat op grond van het recht van de Europese Unie op het gebied van de btw het aan de nationale autoriteiten en rechterlijke instanties staat een belastingplichtige in het kader van een intracommunautaire levering de toepassing te weigeren van het recht op aftrek, vrijstelling of teruggaaf van btw, ook indien de nationale wet niet voorziet in bepalingen van die strekking, indien aan de hand van objectieve gegevens komt vast te staan dat deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.