Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968
Artikel 24d
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
17-12-2021, Stb. 2021, 657 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022, terugwerkend tot: 01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2021, 657 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
1.
De buitenlandse ondernemer die in Nederland belasting verschuldigd is ingevolge artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van de wet, stelt een fiscaal vertegenwoordiger met een algemene vergunning aan wanneer het hoofdkantoor of de vestiging van de ondernemer is gelegen in een derde-land waarmee geen rechtsinstrument inzake wederzijdse bijstand bestaat als bedoeld in artikel 204, lid 1, tweede alinea, van de BTW-richtlijn 2006. De verplichting bedoeld in de eerste volzin geldt niet wanneer een ondernemer gebruik maakt van de Unieregeling, bedoeld in hoofdstuk V, afdeling 7, paragraaf 3, van de wet.
2.
De buitenlandse ondernemer is gehouden een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen voor de levering die aan hem wordt verricht en waarvoor van hem de belasting wordt geheven ingevolge de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, Bijzondere bepaling, dan wel post 8, Bijzondere bepaling. De eerste volzin is eveneens van toepassing op de door de buitenlandse ondernemer verrichte levering die volgt op de aldaar bedoelde levering.