NJ 2011/605
Art. 322 lid 4 Sv heeft geen betrekking op beslissingen op ter terechtzitting zitting gedane verzoeken tot het horen van getuigen.
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3026, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/03066
- Conclusie
A-G Vegter
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BQ3026
- JCDI
JCDI:ADS161427:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ3026, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2011
- Wetingang
Essentie
Art. 322 lid 4 Sv heeft geen betrekking op beslissingen op ter terechtzitting zitting gedane verzoeken tot het horen van getuigen als bedoeld in art. 315 Sv. Dergelijke verzoeken moeten worden herhaald als het onderzoek ter terechtzitting na een schorsing opnieuw wordt aangevangen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 2 juli 2009, nummer 23/001812-08, in de strafzaak tegen: R. Adv. mr. M.L. Groeneveld, te Rotterdam.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1.; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. Vegter:
1.
Het gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.