Rb. Rotterdam, 03-03-2021, nr. C/10/608653 / HA ZA 20-1133
ECLI:NL:RBROT:2021:1803, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
03-03-2021
- Zaaknummer
C/10/608653 / HA ZA 20-1133
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2021:1803, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 03‑03‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:905, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Vindplaatsen
Uitspraak 03‑03‑2021
Inhoudsindicatie
Battle of forms. Forumkeuzes in algemene voorwaarden zijn geen voorwerp van wilsovereenstemming die duidelijk en nauwkeurig tot uiting is gekomen in de zin van art. 25 Brussel I bis.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/608653 / HA ZA 20-1133
Vonnis in incident in verzet van 3 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KÜHNE + HEITZ HOLLAND B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
oorspronkelijk eiseres in de hoofdzaak,
gedaagde in het verzet in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. F.J.H. Krumpelman te Rotterdam.
tegen
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
EURO FOODS GROUP LTD,
gevestigd te Newport, Verenigd Koninkrijk,
oorspronkelijk gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het verzet in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. A. Rosielle te Amsterdam,
Partijen zullen hierna Kühne + Heitz Holland en Euro Foods genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het verstekvonnis van 16 september 2020, met zaak- en rolnummer C/l0/602098 / HA ZA 20-776, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- -
de verzetdagvaarding van Euro Foods van 10 november 2020, met producties;
- -
de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De feiten
2.1.
Euro Foods is distributeur in diepvriesproducten en verse levensmiddelen. Kühne + Heitz B.V. is een internationale groothandel in levensmiddelen. Kühne + Heitz Holland en Kühne + Heitz UK zijn dochterondernemingen van Kühne + Heitz B.V.
2.2.
Euro Foods heeft in 2017 enkele partijen kipfilet ingekocht, die zij onbetaald heeft gelaten.
3. Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
3.1.
Kühne + Heitz Holland vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Euro Foods veroordeelt tot betaling van € 62.768,39, € 715,85, € 746,58, € 752,87, € 740,94, € 733,63, € 733,94, € 31.207,57, € 727,98, € 720,05, € 668,92, € 728,08, telkens te vermeerderen met de contractuele rente, alsmede tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten à € 1.787,81 en de proceskosten.
3.2.
Hieraan heeft Kühne + Heitz Holland kort samengevat ten grondslag gelegd dat Kühne + Heitz Holland in de periode juni 2017 tot en met oktober 2017 verschillende ladingen aan diverse vleesproducten aan Euro Foods heeft verkocht en geleverd. Euro Foods heeft de bijbehorende facturen onbetaald gelaten.
3.3.
Euro Foods heeft zich in de verzetprocedure onder meer beroepen op het ontbreken van rechtsmacht van de Nederlandse rechter en/of bevoegdheid van deze rechtbank, en heeft primair gevorderd (i) dat zij wordt ontheven van de bij verstekvonnis van 16 september 2020 uitgesproken veroordeling, subsidiair (ii) dat Kühne + Heitz Holland niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vorderingen, en meer subsidiair (iii) dat de vorderingen van Kühne + Heitz Holland worden afgewezen, en (iv) dat Kühne + Heitz Holland wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding, met veroordeling van Kühne + Heitz Holland in de kosten van het geding en de nakosten. De rechtbank begrijpt vordering (iv) als een voorwaardelijk ingestelde reconventionele vordering in de hoofdzaak.
3.4.
Kühne + Heitz Holland heeft verweer gevoerd tegen de gevorderde onbevoegdverklaring, en daarbij geconcludeerd tot veroordeling van Euro Foods in de kosten van het bevoegdheidsincident.
4. De beoordeling in het incident
4.1.
De rechtbank begrijpt dat Euro Foods eerst en vooraf vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Uit de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident maakt de rechtbank op dat Kühne + Heitz Holland dit ook zo heeft begrepen.
Standpunten van partijen
4.2.
Euro Foods heeft aan haar incidentele vordering het volgende ten grondslag gelegd.
4.2.1.
Euro Foods had een langdurige en bestendige handelsrelatie met Kühne + Heitz UK. Omdat Kühne + Heitz UK in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, geldt dat naar Engels recht de algemene voorwaarden van Euro Foods van toepassing zijn tussen partijen. De algemene voorwaarden van Euro Foods bevatten een rechtskeuzebeding voor Engels recht en wijzen de gerechten van Engeland en Wales aan als de bevoegde gerechten. Rechtbank Rotterdam is derhalve niet bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
4.3.
Kühne + Heitz Holland heeft het volgende aangevoerd.
4.3.1.
Euro Foods heeft overeenkomsten gesloten met Kühne + Heitz Holland, niet met Kühne + Heitz UK. Kühne + Heitz UK trad slechts op als verkoopkantoor voor Kühne + Heitz Holland. Omdat Kühne + Heitz Holland in de relatie tussen Euro Foods en Kühne + Heitz Holland als verkoper heeft te gelden, wordt de vraag naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden ingevolge artikel 10 lid 1, gelezen in verbinding met artikel 4 lid 1, aanhef en onder a, van Verordening (EU) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) beheerst door Nederlands recht. Ingevolge Nederlands recht (artikel 6:225 BW) zijn de algemene voorwaarden van Kühne + Heitz Holland van toepassing. Kühne + Heitz Holland heeft in de sales confirmations en in de facturen naar haar algemene voorwaarden verwezen, die een forumkeuzebeding bevatten voor rechtbank Rotterdam.
Oordeel
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat sprake is van een handelszaak als bedoeld in artikel 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I bis) die aanhangig is gemaakt na 10 januari 2015, het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. Brussel I bis is derhalve materieel en temporeel van toepassing. Zij is tevens formeel van toepassing, omdat de gedaagde, opposant Euro Foods, ten tijde van het aanhangig maken van dit geschil bij dagvaarding van 8 juli 2020, woonplaats had op het grondgebied het Verenigd Koninkrijk. Hoewel het Verenigd Koninkrijk toen geen lid meer was van de Unie, is Brussel I Bis wel van toepassing (gebleven) op grond van artikel 67 lid 1 en onder a van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (publicatieblad EU, 2020, L 29/7). De internationale bevoegdheid dient derhalve vastgesteld te worden aan de hand van Brussel I bis.
Forumkeuze
4.5.
In de eerste plaats is de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en bevoegd is op grond van een forumkeuze. Er is in het onderhavige geval sprake van een zogeheten battle of forms met forumkeuzes: partijen verwijzen ieder naar de eigen algemene voorwaarden, waarbij in beide algemene voorwaarden een forumkeuzebeding is opgenomen en deze bedingen gerechten in verschillende landen bevoegd verklaren.
4.6.
In dit verband is, gelet op de vestigingsplaats van partijen en de gekozen gerechten, de regeling van artikel 25 Brussel I bis van toepassing.
In de onderhavige zaak, waarin een battle of forms aan de orde is, rijst evenwel de vraag of in die situatie primair aan de hand van artikel 25 Brussel I bis moet worden bepaald of sprake is van een geldige forumkeuze, of dat eerst overeenkomstig het toepasselijke recht moet worden vastgesteld welke algemene voorwaarden van toepassing zijn, en dus welk forumkeuzebeding aan de orde is, waarna vervolgens aan de hand van artikel 25 moet worden bepaald of sprake is van een geldige forumkeuze. Uit het Höszig-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU 7 juli 2016, C-222/15, ECLI:EU:C:2016:525 (Höszig)) kan worden afgeleid dat primair aan de hand van artikel 25 Brussel I bis moet worden bepaald of sprake is van een geldige forumkeuze (vgl. gerechtshof Den Haag 25 april 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1120).
4.7.
Derhalve is de vraag aan de orde hoe een battle of forms onder artikel 25 Brussel I bis wordt beslecht. In het kader van artikel 25 Brussel I bis is van belang of het forumkeuzebeding daadwerkelijk het voorwerp is geweest van wilsovereenstemming tussen partijen, die duidelijk en nauwkeurig tot uiting is gekomen.
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Kühne + Heitz Holland stond immers een forumkeuze voor rechtbank Rotterdam voor ogen, terwijl Euro Foods bevoegdheid voor de gerechten van Engeland en Wales wenste te scheppen. Er is niet gebleken dat Euro Foods de toepasselijkheid van de door Kühne + Heitz Holland van toepassing verklaarde voorwaarden uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen, noch is van de spiegelbeeldige situatie gebleken. Daarbij heeft te gelden dat de enkele verwijzing naar de eigen voorwaarden van Euro Foods, dan wel een in die voorwaarden van Euro Foods opgenomen/“verscholen” verwerping van Kühne + Heitz Hollands voorwaarden niet als een uitdrukkelijke van de hand wijzing kan worden gezien (vgl. gerechtshof ’s-Hertogenbosch 11 juni 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2103, r.o. 6.12.3). De forumkeuzebedingen in de algemene voorwaarden zijn derhalve geen voorwerp geweest van duidelijk en nauwkeurig tot uiting gekomen wilsovereenstemming tussen partijen. De Nederlandse rechter is derhalve niet bevoegd op grond van artikel 25 Brussel I bis.
Artikel 7 lid 1 Brussel I bis
4.9.
Nu Euro Foods niet is opgeroepen voor het gerecht van haar plaats van vestiging (artikel 4 lid 1 Brussel I bis), komt ingevolge artikel 5 lid 1 Brussel I bis de vraag aan de orde of de Nederlandse rechter bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 7 lid 1 Brussel I bis, nu het geschil in hoofdzaak betrekking heeft op verbintenissen uit overeenkomst. Ingevolge artikel 7 aanhef en lid 1 en onder a en b Brussel I bis is bevoegd het gerecht van de plaats in een EU-lidstaat waar de zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden. Derhalve heeft de Nederlandse rechter slechts rechtsmacht indien de goederen in Nederland geleverd werden of geleverd hadden moeten worden. Uit de stellingen van zowel Euro Foods als Kühne + Heitz Holland maakt de rechtbank op dat de goederen bij Euro Foods in het Verenigd Koninkrijk dienden te worden geleverd, zodat de rechtbank geen bevoegdheid kan ontlenen aan artikel 7 lid 1 Brussel I bis. Nu ook geen andere bepalingen bevoegdheid van deze rechtbank scheppen, zal de incidentele vordering van Euro Foods worden toegewezen.
Proceskosten
4.10.
Aangezien Euro Foods in het incident en in de hoofdzaak gezamenlijk één conclusie heeft ingediend, ziet de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in incident in aanvulling op de hierna te bespreken veroordeling in de proceskosten in de hoofdzaak.
5. De beoordeling in de hoofdzaak
5.1.
Nu de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft om van het geschil kennis te nemen, zal de rechtbank het tussen partijen gewezen verstekvonnis vernietigen en, opnieuw recht doende, zich alsnog onbevoegd verklaren.
5.2.
Kühne + Heitz Holland zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Daarbij zullen ingevolge artikel 141 Rv de kosten van de betekening van de verzetdagvaarding voor rekening van Euro Foods blijven. De kosten aan de zijde van Euro Foods worden begroot op:
- griffierecht € 4.131,00
- salaris advocaat 1.770,00 (1,0 punt × tarief € 1.770,00)
Totaal € 5.901,00
5.3.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.4.
Aan de beoordeling van de voorwaardelijke eis in reconventie komt de rechtbank niet toe. Kennelijk is die eis alleen bedoeld voor de situatie waarin de rechtbank onbevoegdverklaring achterwege laat en daarvan is geen sprake.
6. De beslissing
De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst de vordering toe;
in de hoofdzaak
6.2.
vernietigt het verstekvonnis van 16 september 2020, met zaak- en rolnummer C/l0/602098 / HA ZA 20-776;
en opnieuw rechtdoende:
6.3.
verklaart zich onbevoegd om van de vorderingen van Kühne + Heitz Holland kennis te nemen;
6.4.
veroordeelt Kühne + Heitz Holland in de kosten van het incident en in de hoofdzaak, aan de zijde van Euro Foods tot op heden begroot op € 5.901,00;
6.5.
veroordeelt Kühne + Heitz Holland in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Kühne + Heitz Holland niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
6.6.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2021.
3178/1407