Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Artikel 163 Erkenning van brancheorganisaties in de sector melk en zuivelproducten
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2117)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2117)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten kunnen brancheorganisaties in de sector melk en zuivelproducten erkennen op voorwaarde dat deze organisaties:
- a)
voldoen aan de in artikel 157 vastgestelde voorwaarden;
- b)
in een of meer regio's van het betrokken gebied actief zijn;
- c)
een aanzienlijk deel van de in artikel 157, lid 1, punt a), bedoelde economische activiteiten vertegenwoordigen;
- d)
zich niet zelf bezighouden met de productie, de verwerking of de verhandeling van producten in de sector melk en zuivelproducten.
2.
De lidstaten kunnen besluiten dat brancheorganisaties die op basis van nationaal recht vóór 2 april 2012 zijn erkend en die de in lid 1 van dit artikel bepaalde voorwaarden vervullen, worden geacht overeenkomstig artikel 157, lid 1, als brancheorganisatie erkend te zijn.
3.
Wanneer de lidstaten gebruik maken van de mogelijkheid een brancheorganisatie te erkennen overeenkomstig lid 1 of lid 2,
- a)
nemen zij, binnen vier maanden na de indiening van een van alle relevante bewijsstukken vergezeld erkenningsverzoek, een besluit inzake de erkenning van de brancheorganisatie; dit verzoek wordt ingediend in de lidstaat waar de organisatie haar hoofdzetel heeft;
- b)
verrichten zij op gezette tijden die zij zelf bepalen, controles om zich ervan te verzekeren dat de erkende brancheorganisaties voldoen aan de voorwaarden die aan hun erkenning verbonden zijn;
- c)
leggen zij de brancheorganisaties in geval van niet-naleving van of onregelmatigheden bij de uitvoering van de in deze verordening bedoelde maatregelen de toepasselijke sancties op die zij hebben vastgesteld en besluiten zij zo nodig de erkenning in te trekken;
- d)
trekken zij de erkenning in als niet langer wordt voldaan aan de in dit artikel vastgestelde eisen en voorwaarden voor erkenning;
- e)
brengen zij de Commissie elk jaar, uiterlijk op 31 maart, op de hoogte van alle gedurende het vorige kalenderjaar genomen besluiten tot toekenning, weigering of intrekking van erkenning.