FED 2012/95
Duidelijkheid over het begrip ‘gezamenlijke huishouding’
HR 15-06-2012, ECLI:NL:PHR:2012:BV2586, m.nt. M.H. van Schaik
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juni 2012
- Magistraten
Van den Berge, Schaap, Feteris, Koopman, De Groot
- Zaaknummer
11/01406
- Noot
M.H. van Schaik
- LJN
BV2586
- JCDI
JCDI:ADS273543:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BV2586, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV2586, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2012
- Wetingang
Essentie
Duidelijkheid over het begrip ‘gezamenlijke huishouding’
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2006
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3. Beoordeling van de middelen
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende heeft in het kalenderjaar 2006 gedurende meer dan zes maanden een kamer beschikbaar gesteld aan de vriend van haar in 1989 geboren dochter (hierna: de vriend). De vriend at geregeld mee en betaalde daarvoor incidenteel een bedrag aan belanghebbende.
3.1.2.
De vriend stond in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven op het adres van belanghebbende.