NJB 2012/2190:In geschil is of in een bepaalde periode tussen partijen een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gegolden of een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. In een eerdere zaak heeft de rechter overwogen dat het een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd was. In het onderhavige geding oordeelt het hof dat aan die overweging geen gezag van gewijsde toekomt. HR: 1. Devolutieve werking. Indien gegrondbevinding van de grieven in beginsel tot toewijzing van de vordering van appellant zou leiden, moet de appelrechter acht slaan op de op afwijzing van die vordering gerichte verweren die geïntimeerde in eerste aanleg heeft gevoerd en die de eerste rechter heeft verworpen of onbehandeld gelaten. Het staat de appelrechter vrij om die verweren te behandelen voordat het, voor zover nog nodig, over de grieven beslist. 2. Gezag van gewijsde. Het oordeel van het hof over de omvang van het gezag van gewijsde is feitelijk, geenszins onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd