RAV 2017/72
Effectenleaseovereenkomst. Wanneer eindigt de stuitende werking van een collectieve actie en begint de termijn van zes maanden ex art. 3:316 lid 2 BW te lopen? Geldt voor aanvaarding van het Dexia aanbod het toestemmingsvereiste van art. 1:88 BW?
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:936
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04201
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS26716:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:936, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:358, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1075, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑12‑2014
- Wetingang
Art. 1:88, 3:316 lid 2 BW
Essentie
Effectenleaseovereenkomst. Collectieve actie. Stuitende werking. Toestemmingsvereiste.
Wanneer eindigt de stuitende werking van een collectieve actie en begint de termijn van zes maanden ex art. 3:316 lid 2 BW te lopen? Geldt voor aanvaarding van het Dexia aanbod het toestemmingsvereiste van art. 1:88 BW?
Samenvatting
Eiser tot cassatie (hierna: ‘eiser’) heeft tussen 1998 en 2000 meerdere effectenleaseovereenkomsten gesloten met de rechtsvoorgangers van Dexia, Bank Labouchere N.V. en Legio Lease B.V. (hierna: ‘Dexia’). De echtgenote van eiser (in het arrest van de Hoge Raad aangeduid als ‘verweerster 2’) heeft deze overeenkomsten niet medeondertekend. De effectenleaseovereenkomsten zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.