TRA 2019/38
Gezichtspunten voor ernstig verwijtbaar handelen van werknemers
HR 08-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:203, m.nt. mr. D.J. Buijs
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 februari 2019
- Zaaknummer
18/01621
- Noot
mr. D.J. Buijs
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS31533:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:203, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1484, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
- Wetingang
art. 7:669 BW; 7:673 BW
Essentie
Gezichtspunten voor ernstig verwijtbaar handelen van werknemers
Uitspraak
Feiten
De zaak gaat om een 54-jarige woonbegeleider die woonde op een locatie van een woongroep. Al twee jaar na haar indiensttreding bij WoonDroomZorg (hierna: WDZ) bleek in het kader van een ontwikkelingsassessment dat zij behoefte heeft aan een goede structuur en heldere afspraken en regels. In de loop der jaren is zij herhaaldelijk erop aangesproken dat zij zich aan (gezamenlijk gemaakte) afspraken diende te houden. Telkens gaf zij aan achteraf in te zien dat wat zij deed, fout was en dat het niet meer zou gebeuren. Bij WDZ was punt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.